Overbrugd

Overbrugd

dinsdag 10 januari 2023


Het 06 nummer kende ik niet. Wat aarzelend nam ik de telefoon op. De verrassing was groot! Mijn dierbare kloostervriend waar ik sinds 2005 veel mee deel, belde vanuit de auto. We leerden elkaar kennen in de Sint Paulusabdij in Oosterhout en merkten al gauw dat we uit hetzelfde spirituele hout waren gesneden. Met dit verschil: zijn kennis van allerlei zaken is gigantisch, die van mij maar heel bescheiden. Maar gastenpater broeder Frans, waar we beiden mee bevriend waren, was enthousiast: een prachtige combinatie, jullie twee. En dat is zo gebleven, ook nu broeder Frans al jaren rust op het kloosterkerkhof in Oosterhout. Mijn goede vriend is een druk baasje. Naast zijn gezin en een docentenbaan aan de Universiteit van Maastricht, heeft hij ook een leerstoel aan een universiteit in Italië. Het gaat over de Benedictijnse spiritualiteit. Hij zit in de redactie van het Benedictijns tijdschrift en is abdijvriend van meerdere kloosters, waaronder de abdij in Egmond.

Vorige week belde hij dus onverwacht. Hij was die middag in de Slangenburg geweest, een klooster in Doetinchem waar nog zes benedictijnen de kloosterregels volgen in trouw en gehoorzaamheid. Als zeer goede vriend van de monniken was hij één van de genodigden om de uitvaart van oud-abt Rien van de Heuvel bij te wonen. Het was een kleine groep, zo vertelde hij, maar dit was de wens van Rien. We spraken over de overleden monnik, die ik kende als abt van de Sint Paulusabdij in Oosterhout. Ooit mocht ik hem interviewen. Hij was schuchter en toen ik mijn ellebogen op tafel zette werd ook hij ontspannen en hoorde ik prachtige dingen. Toen de broeders van de Sint Paulus verhuisden naar het kloosterbejaardenoord in Teteringen, werd Rien abt in de Slangenburg, waar hij overleed op 84-jarige leeftijd.

Mijn goede vriend en ik haalden herinneringen op. Af en toe hoorde ik vage verkeersgeluiden. We waanden ons weer in de Sint Paulus, maar zie, mijn vriend nam bij al die dierbare momenten, de verkeerde afslag bij Nijmegen. Door ons geklets één te vroeg. Maar humor is hem niet vreemd, dus zei hij laconiek: 'Nu ben ik tien minuten later thuis.' We namen afscheid en ik wist dat de spiritualiteit waarin we elkaar zo begrepen, nog springlevend was.

Op een later moment zocht ik naar de foto's die ik maakte in 2005 op Allerzielen. Ik vroeg de monniken of ik de plechtigheid op het kloosterkerkhof in Oosterhout mocht fotograferen. Ik had een telelens en als ik me onzichtbaar opstelde was het voor elkaar. In het dikke foto album over de Sint Paulus vond ik de foto's en het ontroerde me. Abt Rien leidde de plechtigheid op het kloosterkerkhof. Heel veel broeders waren er toen nog bij. Ook zij rusten nu op die gewijde plek. Voorzichtig probeerde ik de foto's los te maken, zodat ik ze kon scannen en naar mijn goede vriend sturen. Maar helaas, ik houd kennelijk van stevig vast plakken. 

 



 
Allerzielen 2005 op het kloosterkerkhof van de Sint Paulusabdij in Oosterhout...

 ***********************************************************************************

De bezielde leraar 

 

Toen ik voor het eerst al die kinderen zag,
stond ik voor de klas met een vrolijke lach:
de septemberdag leek op een lentedag.

Ik las met de klas een heerlijk gedicht,
daar stond: 'ik vin je zoo lief en zoo licht'-
toen kreeg ik een propje in mijn gezicht.

'Het is met de orde
dus nooit wat geworden.'

Ik las Anne Frank en 'Het bittere kruid'
en ook het ontroerende eind van 'Turks Fruit',
maar ze schreeuwden en tierden en lachten me uit.

Ik las Willem Elsschot: 'Lijmen' en 'Tsjip'
en één of twee toonden heel veel begrip.
Toen kreeg ik een eikel tegen mijn lip.

'Het is met de orde
dus nooit wat geworden.'

Toen heb ik beloofd: 'Als er minder kabaal is,
als in dit lokaal de toestand normaal is,
dan heb ik hier: een gedicht van Vasalis!'

Ze hielden niet op, dus pakte ik mijn tas
en momp'lend verliet ik de lastige klas
en toen koos ik voor een vak dat rustiger was.

Met mij gaat het goed. Met de kinderen niet:
voor hen geen Carmiggelt en geen Annie Schmidt,
zij moeten het doen met de pitamientjes
die de STER-reclame hun biedt.

Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk