Overbrugd

Overbrugd

dinsdag 28 juli 2015


Boek met missie

Het plan ontstond toen het journaal de zoveelste mishandeling van een treinconducteur meldde. Zwartreizigers zijn merendeels de veroorzakers van dit toenemend geweld. De oproep dat reizigers te hulp moeten schieten bij handgemeen is ronduit belachelijk, zo verandert de trein in een ‘rijdende veldslag’. Een treinreis moet weer aangenaam worden; geen schichtige conducteurs, geen verkrampte reizigers en vooral geen zwartrijders. Er moet weer gegiecheld worden, een giechel die van de ene wagon naar de andere gaat. Conducteurs gaan aarzelend meedoen, tenslotte verandert de giechel in een luide schaterlach. Berouwvolle zwartrijders melden zich slap van de lach bij de conducteur en accepteren de boete.

 
Op een vrijmarkt kocht ik voor een luttel bedrag drie boeken van Toon Hermans. Als geen ander wist hij de mensen zachter te maken, wist hij ze ontroeren, wist hij ze te laten lachen. Humor ontspant, humor doet glimlachen, humor strijkt rimpels glad. Hermans zou vast deze actie toejuichen.
In ferme letters schreef ik voor in het boek:

‘Voor u, lieve treinreiziger, laat ik dit boek achter, een boek van Toon Hermans. Misschien treft u een gedicht of slechts een zin die deze dag kleur geeft. En hebt u uw bestemming bereikt? Laat dan het boek liggen voor de volgende reiziger.’

Inmiddels is ‘Dagboek – Tussen mei en september’ achtergelaten. Vergenoegd wuifde ik trein na in Deventer met als eindbestemming Roosendaal. Ook boek twee, ‘Dagboek – Een mooie dag’ heb ik op reis gestuurd. Dat was lastiger, want toen ik in Den Bosch uitstapte, riep een vriendelijke dame: ‘U vergeet uw boek!’ Mijn luchtige antwoord: ‘Oh dat mag blijven liggen’, klonk onecht. Als een haas stapte ik op de roltrap en verdween.

Begin juni stuurde ik boek drie ‘Alles is heimwee’ op reis. Voor de omslag werd gebruik gemaakt van een schilderij van de schrijver. Een donker landschap in speelse lijnen met een vage kerktoren. Op de achterzijde stond: ‘De zee en het zwijgen, de schaduw op het behang, het zijn beelden van verlangen en heimwee naar wat het leven zinvol maakt.’ Het was precies de tekst die ik zocht. Nu ging de reis van Assen naar Rotterdam.
Het werd routine. Ik klemde het boek tussen bank en tafelblad in een stiltecoupé. In Zwolle verliet ik de trein, maar nog net zag ik de blik van een verbaasde student die door het raampje mijn boek vragend omhoog stak. Ik lachte hem schaapachtig toe en stortte me in de stroom reizigers.
Vooraf had ik nog een verassend actueel gedicht van Toon genoteerd:

De zwijgers
ik ga steeds meer geloven in de zwijgers
en niet in wie op de parade staan
niet in de ‘hebberds’en de ‘krijgers’
die met de prijzen strijken gaan

maar in wie nooit zijn opgevallen
ik dacht dat dáár een leven leeft
dat boven woorden en getallen ‘
iets van de échte waarheid heeft

Nu maar hopen dat de boeken voor een ontspannen sfeer zorgen in de trein. Dat conducteurs weer blijmoedig hun werk kunnen doen en dat reizigers ontspannen in de trein zitten. Mèt een geldig kaartje…