Overbrugd

Overbrugd

dinsdag 16 januari 2024

Het sneeuwt. Alles is toegedekt met een dunne witte laag. De tuinvogels hadden honger en de waterkipjes waren mijn hele tuin al door gelopen, op zoek naar eten. Ik zag het aan de vele, vele afdrukken van hun poten. Dus voorzichtig lopen en de vogels van eten voorzien. Een paar handen voer in het vogelhuisje, voor de waterkippen en voor de meeuwen en kraaien brood. Een specht dook in de pindakaaspot en nam een flinke hap. Ook in de vogelwereld is er een rangenorde. Met mijn gevoel voor eerlijk delen is dat altijd weer lastig om te zien. Maar nuchter, ik kan er moeilijk bij gaan zitten..

Vanmorgen kwam ik een foto tegen van onze eerste kat. We ruilden de naam 'Nicky' in en noemden hem Lodewijk. Hij kwam uit het asiel en was statig en kon zelfs vanaf de vloer over de vensterbank heen naar buiten kijken. Het leek of hij lange witte kousen droeg. Hij hield van de achter ons huis gelegen boomgaard. Jagen vond hij prachtig. Vervolgens kwam hij thuis om dan een slaapplek te kiezen en daar uren te maffen, soms onder luid gesnurk. Spelen, daar  hield hij niet van. Als ons kroost hem probeerde te verleiden met een speelgoedmuis, wandelde hij hooghartig weg. 'Er is geen reet aan, want spelen wil Lodewijk niet', was hun commentaar. Lodewijk verdedigde zijn grondgebied en dat was onze tuin. Iedere kat vocht hij er uit. Soms moest hij dat gevecht bekopen met een bezoek aan de dierenarts en voor ons was dat een aanslag op de portemonnee. Lastig was ook het voorjaar. Dan kwamen eenden trots de sloot uitgeschommeld om ons hun nageslacht te tonen. Dat betekende deuren en ramen dicht houden. Lodewijk keek toe vanaf de vensterbank met allerlei kaakbewegingen en wij puften van de hitte. Eigenlijk zagen we tegen die periode op. Maar toch, we hielden van Lodewijk, hij mocht van ons alles. En toen hij door een vechtpartij ter verdediging, aids opliep, waren we allemaal treurig. Hij werd in toenemende mate blind en schikte zich met veilige plekjes in ons huis. Op een mooie zomerdag hebben we Lodelijk laten inslapen. Na afloop huilde de helft van ons gezien, de andere helft rouwde zonder tranen maar ik zag ik verdriet in hun ogen. Ik hoorde bij de eerste helft. Hij kreeg een graf onder onze pruimenboom. Na afloop schreef ik een artikel van ongeveer 1200 woorden voor Christelijk Weekblad over ons verlies. De eindredacteur twijfelde of dit wel in het blad paste want het was geen dierenblad. Toch deed hij het, en de reacties van de lezers waren hartverwarmend. Zo blijft Lodewijk doorleven in onze verhalen...

 

 

  **********************************************************************

Ach, mijn meisje ging er vandoor 

 

Ik krab zo'n beetje achter mijn oor.
Ik wou liever dood zijn, misschien.
 
Ach, mijn meisje ging er vandoor.
Ik kan echt geen meisje meer zien.
Ik heb er echt geen aandacht meer voor,
nou ja... alleen... alleen voor Jantien.
 
Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk