Overbrugd

Overbrugd

maandag 13 mei 2024

 Jaren geleden was ik er ooit met een vriendin. We liepen toen een wandeling, met paaltjes aangegeven, maar waren zo druk in gesprek dat we de ongemerkt op weg waren de route nog eens te lopen. Oud-Avereest, ze heette het daar en in mijn herinnering was het daar prachtig. Dus togen we op Hemelvaartsdag weer eens naar deze plek. Want op stap gaan, ja dat hoort nu eenmaal bij Hemelvaartsdag. Bovendien hadden we die morgen een prachtig dienst gehad bij ds. Gerda Keijzer. En dat gaf energie! Het tochtje naar Balkbrug is op zich al aardig, maar daarna wordt het alleen maar aardiger. Het Reestdal is schitterend in het voorjaar met al die doorkijkjes, rietgedekte boerderijen en fluitenkruid. We stopten bij het kerkje van Oud-Avereest. Het leek nog rustig op dit vroege uur. Eerst doken we bij de Wheem naar binnen voor koffie. Dat is een informatiecentrum over Overijssel, ondergebracht in een authentieke boerderij en voormalige herberg. Dat klopte. Een gezellige en stevige dame schonk koffie en nodigde ons uit lekker rond te lopen. Eerst naar de voormalige gelagkamer. Sfeer van lang verleden. We mochten in de beddenstee kijken, griezelig klein. Mensen zaten vroeger vaak rechtop, want als ze gingen liggen dachten ze dat ze doodgingen.Er stond een fraaie groene kast die op een buffet leek. De deur naar de opkamer stond open. Aan de beddensteedeur hing een lang gewaad met veel knoopjes. Het was de toga van de dominee die ooit in de opkamer woonde. Voor zijn natje en droogje hoefde hij alleen maar af te dalen naar de gelagkamer. Op de voormalige deel was veel te leren, niet alleen over de flora, maar vooral over de fauna. Allemaal opgezette vogels en velddieren. Lectuur was er genoeg en we kregen gratis allerlei informatie mee. En dat maakte nieuwsgierig om eens te zien of dat allemaal wel klopte. Aan de overkant van de weg, naast het kerkje en de begraafplaats begon de goed aangegeven wandelroute. Er waren er meerdere maar we kozen voor een kortere vanwege de tijd. Een smal pad met veel fluitenkruid, een rustieke, net vernieuwde brug, wandelaars achter ons en wandelaars die ons tegen kwamen. Opeens werd het druk. Het bruggetje was er in het verre verleden niet. Dan ging men met paard en wagen de Reest oversteken. Een bescheiden stroompje dat gezellig door het landschap meanderde. Boerderijen, we passeerden ze, evenals rood/wit vee, moeder koe met haar twee kalfjes. Ooit waren die wandelpaden kerkenpaden. Ik stelde me voor dat er toen over de velden het gebeier van de kerkklok klonk. Dat alles rustig was, zelfs de gang van de kerkgangers. Al pratend en mijmerend waren we terug bij het beginpunt van de wandeling. We sloten de middag af met een grote ijswafel. Het was een Hemelvaartsdag zoals vroeger, kerkgang, wandeling, ijsje en prachtig weer...

 






 Plaatjes met de column mee van onder naar boven...

************************************************************************************

Opzij van het carnaval 

 

- Wat staat zij daar stil te dromen?
Neemt ze afstand van het feest?
Ze lijkt wel van een ster te komen:
zo verwonderd, zo bedeesd.
Op het schoolplein bij de meiden
zie ik haar haast elke dag,
maar dat lijken lang vervlogen tijden,
sinds ik haar vanavond zag.

- Waar staat hij toch op te wachten,
nu het feestje hem verveelt?
Wat zijn dat toch voor gedachten,
waar hij dromerig mee speelt?
We staan allebei te zwijgen, 
onvoltooid en onvervuld.
Misschien kunnen we elkaar nog krijgen:
't is een kwestie van geduld.
 
Willem Willmink
Uit: Verzameld werk