Overbrugd

Overbrugd

maandag 1 juli 2024

In alle vroegte deed ik een rondje Trekvaart. Het was aangenaam fris, de bermen waren prachtig en boven dit alles joeg een lustig windje de wolken verder. Af en toe een wandelaar met een hond, af en toe een hardloper al hijgend. In de verte hoorde ik de trein en nog verder meende ik het belsignaal te horen dat de brug omhoog ging. De IJssel is een druk bevaren water. Zo liep ik, ondertussen dacht ik aan de installatie van het nieuwe kabinet en aan de bordesfoto. Een malle vertoning morgen en ik vroeg me af hoe lang dit kabinet zal zitten. Want toen ik Marjolein Faber hoorde en de volgende dag Reinette Klever, werd het me koud om het hart. Een nare stijve kou, die de volgende dag nog niet weg was. Ik keek naar de vele ganzen die met hun kroost op de wal stonden. Hadden ze daar de nacht doorgebracht? Ik telde in de gauwigheid zes volwassen ganzen, die waakten over hun kroost. Het waren vast moeders, de vaders waren al weer lang aan de zwier elders. Misschien als in de grote mensenwereld? En toen zag ik wat: tussen het wat geheimzinnig groenige water meende ik een gedeelte van een fles te zien. Ik bleef staan, keek scherp, jawel hoor, flessenpost! Er schoof een mooie herinnering voorbij. Kamperen met ons viertal in het voormalige Oost-Duitsland, nu dus gewoon Duitsland. De kinderen hadden een fles bewaard en hadden daar een aardig briefje ingestopt met ook een afzender. Misschien werd die fles wel ergens opgevist, misschien kwam er een antwoord op hun brief. Eigenlijk waren we dit voorval al lang vergeten, de scholen waren weer begonnen. En toen kwam er een kaart, een kaart uit Duitsland! De afzender had de fles opgevist het het briefje begrepen en reageerde er op. Wat er precies op stond, weet ik niet meer, want het gebeurde in de jaren tachtig. Maar wel dat we het alle zes prachtig vonden! Ik keek nogmaals naar de fles in het water, heel jammer, de fles bleef ver weg van de oever. Was het flessenpost of had een deugniet de fles onverschillig in het water gesmeten? Ik zal het nooit weten...

 


 

************************************************************************************

Die goeie Miss, die nooit haar stem verheft 

 

Die goeie Miss, die nooit haar stem verheft,
nooit strafwerk geeft, maar maakt dat je beseft
hoe mooi en rijk je leven worden kan
als je kunt praten als een Engelsman,
huilend staat ze tegen het bord gedrukt
en het is ons tot nu toe niet gelukt,
om haar angst, die haar telkens huiveren doet,
kleiner te maken: 'Juffrouw... luister goed:
tussen bliksem en donder... zeven... negen...
het trekt al weg en 't is nu, met die regen,
niet echt gevaarlijk meer!' Heeft ze misschien
als kind haar boerderij in brand gezien,
waarbij haar lievelingsdier gestorven is?
We weten maar zo weinig van de Miss.

Het onweer is voorbij. De les is hernomen.
Niemand is ooit op 't voorval teruggekomen.

Willem Wilmink
voorjaar 1951 (?)
Uit: Verzameld werk