Overbrugd

Overbrugd

maandag 18 november 2024

Misschien kwam het door al die berichten voor de tv over het kabinet wat zo wankel was. Het was net een oude kast, zo bedacht ik, waarin de houtwurm welig tierde en de kast wurgend sloopte. Bijkans sloopte, dan wel. Zo lag ik in bed nog wat te peinzen hoe dat allemaal verder moest in ons goede land, waar zoveel afspeelt dat we voor veel buitenlandse journaals hoofdnieuws waren geworden. Ik was moe, het kabinet zou zo goed als zeker vallen...

Henri Bontenbal kwam op het scherm en sprak zeer verstandige woorden. Hij is de enige waar het verstand nog goed functioneert. Hij vertelde dat na een intensief gesprek met Pieter Omtzigt, de leider van NSC, was besloten het CDA en de partij van Omtzigt samen te voegen als Nieuw CDA. En zowaar achter Bontenbal dook glunderend Pieter op. Die lach had ik nog nooit eerder bij hem gezien! Ze gingen zowaar samen verder en in de nieuwe naam zat iets van hun beider partijen. Om het letterlijk gestalte te geven klopten ze elkaar op de schouders en spraken warme woorden uit. Daaruit viel op te maken dat beiden er zeer verheugd over waren. Vanaf de zijlijn zag ik Schoof, bleek en met grote wallen onder de ogen alsof hij nachten had gehuild. Het was duidelijk: het kabinet was gevallen. Geert Wilders kwam ook in beeld. Hij lachte boosaardig en riep: 'Dat komt er van als jullie mij niet willen als premier. Dan krijg je deze ellende. Maar Fleur en ik houden vol: we staan voor de PVV en jullie krijgen ons nooit weg! Andere politici schoven voorbij: maakte de één een vreugdedans vanwege de val, de ander schoot vol achter een grote witte zakdoek die als een nat vod verder werd vol gehuild. Ondertussen waren Henri en Pieter aan het feest vieren. Ze waren met hun gevolg net bezig een grote taart aan te snijden met in vette groene letters NIEUW CDA, toen er op de deur werd geklopt. En wie stond daar, wel wat bleek maar in een grasgroene jurk? Mona Keijzer!! Zowaar. En wat zei ze? 'Ik heb me vergist en hoor helemaal niet bij de BBB. Ik ben een CDA'er van top tot teen en wil graag bij jullie horen.' Ze keek berekenend. En toen werd het hilarisch, Henri en Pieter grepen een bezem en riepen: 'Eens weg, dan nu voor altijd weg!' en ze veegden, ja ze veegden Mona omver... 

Badend in zweet werd ik wakker. Wat een droom! Nooit meer voor het slapen gaan met de politiek aan de gang...

 


 

***********************************************************************************

Mijn tante

 

Mijn tante dateert uit de vorige eeuw,
en dat is te zien aan haar vorm.
Kleedt zich ook in de zomer op ijs en op sneeuw,
op ijs en op sneeuw en op storm.

Zij is een lang leven verpleegster geweest,
en zwoegde en werkte voor drie, 
verpleegde de armen van lichaam en geest,
en ook de society.

Zij was een steun voor armen en rijken,
robuust en belangeloos,
soms kan ze zo vreemd de verte inkijken,
precies een oude matroos.

Zij is een vesting tegen het kwaad
en werd nooit door de duivel bekoord.
Als een vaste burcht loopt mijn tante op straat
en geen ruiter reed ooit door de poort.

En altijd als ik mijn tante ontmoet
dan zegt ze: de stad is zo groot,
en de meisjes zijn slecht en jij bent zo goed,
stel je nooit aan verleidingen bloot.

Haar woning is aan het gezicht onttrokken
door een meer dan manshoge heg,
maar de laatste tijd wil haar stem wel eens stokken
en geeft ze bezittingen weg.

Eens komt de dag dat ook tante zal buigen,
dat een stem zegt: tante, ga mee.
Nog lang na die dag zullen vissers getuigen
dat tante toen wandelde over de zee.

Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk