De vuurwerkgekte is voorbij en we hebben het weer ademloos aanschouwd. Bij mij was dat doorspekt met de gedachte 'Waarom zo overdadig?' Drie kwartier keken we naar de nieuwste vormen van het vuurwerk wat in de nachtblauwe lucht werd afgevuurd. Toen vonden we het welletjes en ruimden we de resten op van Oudejaarsavond. Stiekem was ik opgelucht. Ik ben er één van het eenvoudige: rust, reinheid en regelmaat. Buiten waaide het. De eerste winterstorm was aangekondigd. En dat slaapt altijd heerlijk. De boerderij waar ik ben opgegroeid was omgeven door geboomte. Bij heftige stormen meende ik altijd de populieren heftig te horen praten. Als de storm heviger werd ging dat praten over in jammeren. De volgende dag liep ik langs deze mooie slanke bomen en keek in verwondering: ze zagen er fris en opgewekt uit.
Zoals altijd is de kerstboom en alle gedoe wat er bij hoort afgebroken op de eerste morgen van het nieuwe jaar, zorgvuldig hebben we de takken in de grote doos gelegd voorzien van briefjes. Want het gedoe met het opzetten van de boom willen we niet weer meemaken doordat er takken verkeerd lagen en het een rare boom leek te worden. Wat ik eigenlijk nooit doe, deed ik nu. Alle kerstkaarten vlijde ik in een mandje, die ik deze maand meermalen zal pakken om alle goede wensen nog eens door te lezen. En is de maand voorbij, dan maak ik er een mooie stapel van, doe er een elastiekje om en een briefje met het jaartal 2024.
Straks zal ik mijn broer en schoonzus in Amerika weer schrijven. Ik zal vertellen hoe Holland is veranderd. Hoe Banken verdwijnen, hoe winkels van naam sluiten, hoe er steeds minder brievenbussen zijn, hoe in er afgelegen dorpen nauwelijks openbaar vervoer is. Hoe het voor ons ouderen verstandig is om niet meer in het donker te gaan wandelen, hoe wij ook in de avond de deur niet meer openen als de bel gaat. Hoe lastig het voor velen is om nog een vaste huisarts te vinden en dat je je beter niet kunt bemoeien met ruzietjes op straat of in de trein. Onlangs maakte ik het mee dat de conducteur met een passagier slaags raakten. Al vechtend reden we Hoogeveen binnen. Over het kabinet zal ik maar niet meer schrijven en over de oorlogsdreiging heb ik al geschreven. O ja, het noodpakket, dat wil ik nog noemen.
Veel negatieve gedachten. En toch... en toch, ik keek naar prachtige kerstkaarten. Ik zag het Kindje, ik zag de ouders, ik zag de herders. Ik proefde liefde, ik hoorde de engelen zingen over Vrede. Wat raakte was de aanbidding van de Koningen; zo ver gereisd! Ze gingen op weg, ze geloofden, geloofden in alles waarvoor dit Kind staat. Dat maakt dat alle genoemde kommer in een ander licht komt te staan. Laten we de herders en de koningen volgen in geloven. In geloven dat het goed komt...