Overbrugd

Overbrugd

vrijdag 24 januari 2025

Vervolg:

Nataliya gaat ons voor naar de schrijver Anton Tsjechov (1860 - 1904), vooral bekend van zijn toneelstukken, waarin echtgenote Olga Knipper veelal meespeelde. Naast Oom Vanja, De drie zusters en de Kersentuin, werd Tsjechov vooral bekend door het toneelstuk De meeuw. Haast hilarisch was dat Tsjechov na zijn overlijden naar Moskou werd vervoerd op een vrachtauto waarop stond 'Verse Oesters'. We komen langs een opvallend graf: een vliegtuigvleugel rijst hoog op naar de hemel. Op de top zijn zes hoofden uitgewerkt in graniet. Het zijn de piloten die in juni 1973 omkwamen tijdens een vliegshow op Le Bourget bij Parijs. Niet alleen zij, maar ook negen mensen op de grond kwamen om. We wandelen langs het onopvallende graf van de tweede mevrouw Stalin, zij maakte zelf een eind aan haar leven. Zonnig is de plek waar Chroetsjev met vrouw en zoon rusten. Een monument in zwart en wit, omdat hij zo dacht: van een middenweg wilde hij niets weten. En overal die grote kransen van rode kunstbloemen. Ze verhogen de sfeer van deze unieke begraaftuin.We passeren ook het graf van een geliefde clown met een enorme hond die na de dood van zijn baas niet meer wilde eten. Nu zijn ze weer samen, wel in steen.Twee Russinnen zitten op een bankje naast een graf en keuvelen opgewekt, iets verder buigt een engel zich over een roodbruin grafmonument. We verlaten de begraafplaats, de beambten kijken stuurs...


 

 


 


 


 


 foto's van boven naar beneden:

graf van Anton Tsjechov

graf van verongelukte piloten

graf van Chroetsjev

graf van een bekende clown

roodbruine engel

 

 ***********************************************************************************

Gastarbeiders 

 

Voor alle rotste werk te huur
in onze vette welvaartsstaat - 
op zondagmorgen om tien uur
lopen ze doelloos over straat.

De lichte huizen rij aan rij
die zijn zo keurig ingereicht,
daar is geen enk'le wanklank bij,
en alle deuren zijn potdicht.

De hoeren trekken ook één lijn,
scheiden het koren van het kaf,
ook zij houden het liever fijn:
weren die donk're jongens af.

Wat dan nog rest is het station,
en voor de restauratie ligt
een klein terrasje in de zon.
De ober trekt een zuur gezicht:

zijn lot is akelig en wrang,
hij is er weer eens mooi mee klaar,
die zwarten zitten urenlang
op één consumptie bij elkaar.

Daar zit je in de kille zon:
een microfoonstem kondigt aan
dat op het zoveelste perron
een trein gereed staat voor Milaan.

Er klinkt een fluit - daar gaat ie dan
en straks kun jij vertrekken naar 
een hol dat je gehuurd hebt van
de een of and're woekeraar.

Berustend, zonder zelfbeklag,
denk je aan de week die voor je ligt,
met weer aan 't eind die lange dag, 
die ober met zijn zuur gezicht.

Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk