Het struikelen is zo gebeurd, de nasleep kan lang duren. Zo is mijn ervaring nu. Veel ongemak, veel mensen in de benen jagen. Niet mijn sterkste kant. Het is veel leuker als je zelf iemand kan helpen. Het dankbare gezicht van de ander, het goede gevoel bij jezelf, het maakt de wereld een klein beetje mooier. En dat zouden de kopstukken in de wereld politiek ook eens uit moeten proberen. Inmiddels zullen ze niets van deze eenvoudige woorden begrijpen. Hebben en zijn, twee totaal verschillende werelden.
Mijn persoontje ontdekt iedere dag weer mogelijkheden. Waar het huishoudelijk werk betreft, waar het lichamelijk onderhoud betreft. Vaak bedenk ik 's nachts die handigheden. Niets is zo vervelend als afhankelijk zijn. Soms kan het niet anders. De verpleeghuizen stromen haast over.
Mijn duim zit er nog aan. Is kolossaal en stijf. Het oefenen is begonnen. De handtherapeut doet de oefeningen moeiteloos voor. Ik oefen moedig, het resultaat is nog armelijk. Maar ik kan wel typen. Gisteren kwam er nog iets bij. De linker enkel was na drie weken nog erg dik. Een breukje?, opperde de huisarts. En jawel, een kleine breuk die moest worden ingepakt met tape. Buurman Johan bracht me, wachtte trouw in auto, terwijl hij zo fijn aan het klussen was. De 'inpakjuf' was erg zorgzaam en ik moet zeggen, het voelt goed. Buurvrouw Tineke bracht een hoes voor het been tijdens het douchen, zo worden de gewone dingen van weleer, toch weer wat meer gewaardeerd als voorheen. Bovendien, het had nog veel erger kunnen zijn...
Ondertussen kijk ik rond in de steeds groener wordende tuin. Dat hele jonge groen, je ziet het even, maar het is en blijft haast sprookjesachtig. In de sloot zwemt een eend met haar kroost, de kat van de buren slaat ze nauwlettend gade. En wordt het gevaarlijk, dan zet ik voluit in om Saartje te doen vluchten.
De dood is er in allerlei vormen. Ooit moest een meisje in mijn klas, we waren een jaar of twaalf, het woord 'morsdood' invullen. Ze kwam niet verder dan te zeggen toen een worm werd overreden dan het woord 'gestorven'. Het is me altijd bijgebleven als uiterst eerbiedig. Zo kom ik op mijn pruimenboom. Jaren en jaren hebben we en ik later alleen er vele emmers vanaf geplukt en uitgedeeld. Dat is voorbij. Er zullen echt nog wel wat pruimen aan zitten, maar vergeleken bij vroegere jaren zal de oogst schamel zijn. Toch heb ik de boom beloofd dat hij mag blijven staan. Toen ik het hem toefluisterde, leek hij op te veren en liet in het voorjaar toch wat bloesem zien..
Het is de Goede Week. Een prachtige ingetogen tijd, die ik altijd intens beleefde. Door alle gedoe is die bijzondere Week wat in de verdrukking gekomen. Maar toch, ik beleef het, misschien wel intenser dan vorige jaren...
Willem Wilmink moet nog maar even wachten...