Overbrugd

Overbrugd

maandag 15 juni 2015


Landgoed Clingendael
 
Vanaf de overzijde van de straat komt een stem ‘Het is zaterdag, u kunt de auto kosteloos parkeren!’ Een vriendelijke dame met hond wijst naar de parkeermeter. We staan bij de ingang van landgoed Clingendael voor een inspirerende wandeling. Het landgoed is eigendom van de gemeente Den Haag, maar ligt in Wassenaar. Sinds 1982 zetelt het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen in Huys Clingendael.

 
In de 16e eeuw stond in het gebied van de clinge (duinvallei) een boerderij, die later werd afgebroken. Op de plek verrees Huys Clingendael. Adellijke families wisselden elkaar door de jaren heen af. In 1804 kwam het landgoed in handen van Baron van Brienen van de Groote Lindt. Hij koos voor een Engelse landschapstuin. Barones Marguérite van Brienen (1871 – 1939) woonde er tot haar overlijden. Macaber is dat tijdens de Tweede Wereldoorlog rijkscommissaris Seys-Inquart in Huys Clingendael neerstreek. Hij liet alle grafstenen op het hondenkerkhof, ooit aangelegd door barones Marguérite, plat leggen uit angst dat er scherpschutters achter zouden zitten.
 
 
Deze Marguérite, door de Hagenaars liefkozend freule Daisy genoemd, was een kleurige vogel. Ze hield van reizen en was onder de indruk van de Japanse tuinen. Uit Japan nam ze lantaarns, een watervat en bruggetjes mee, zo ontstond de Japanse tuin op het statige landgoed. In 1953 werden tuinen en park verkocht aan de gemeente Den Haag en werd het landgoed opengesteld voor publiek.

We beginnen de wandeling op deze zonloze morgen in een wereld van het eerste tere voorjaarsgroen, de stilte wordt slechts onderbroken door vogelgeluiden. Aan het begin van de oprijlaan staat links het huisje van de terreinbeheerder en rechts een ‘Hans-en-Grietje huisje’ met luikjes in rood en wit, de kleuren van het landgoed. Halverwege de laan passeert ons een groepje joggers, in de verte lopen meisjes met een hond. Tussen bloeiende en aangenaam geurende heesters volgen we het pad, staan dan opeens voor de ingang van de Japanse tuin. Op een bord staat:

‘Tuin is kwetsbaar; blijf daarom op de paden. Lantaarns en sierelementen niet aanraken. Geen bloemen plukken e.d. Tijdelijke sluiting bij slecht weer en te groot aantal bezoekers.’ Haast eerbiedig wandelen we rond in dit kleine paradijs waar de oosterse sfeer ons als een spirituele deken omhult. Een meanderend watertje, dat meekleurt met de bloeiende planten op de steile oevers; bijzondere bomen geven verrassende accenten. Aarzelend zonlicht probeert ons te vangen. De tuin meet 6800 vierkante meter, is de grootste in ons land en slechts twee maal per jaar open. Daarbij mag hij
zich rijksmonument weten. Maar ook de verder gelegen Oud-Hollandse tuin is een plaatje met prachtig bloeiende perkplanten, fraai bewerkte bordestrappen, een wonderlijke brug en beelden. Een yogagroep is net bezig met een moeilijk onderdeel van de zonnegroet. Vanuit de Oud-Hollandse tuin wandelen we naar het statige Huys Clingendaal met de aangrenzende vijver. Rond het schitterend  watervlak bloeit een krans van paarse en witte bloemen, in de verte schemert een wit bruggetje. De zon laat nu haar stralen voluit glijden over deze verstilde schoonheid. Parel in dit alles is echter de Japanse tuin…