Zonnegroet
De Verenigde Naties heeft onlangs
de 21e juni uitgeroepen tot Internationale Dag van de Yoga. Het is
de langste dag van het jaar, de zonnewende, een mooie gelegenheid om samen langdurig
yoga te doen, het lijf elastisch te houden en vooral de geest te voeden.
In New Delhi, de hoofdstad van
India, werd een massale sessie op touw gezet, zelfs premier Modi nam hieraan deel. Foto’s tonen
een plein vol met kleedjes en deelnemers in ontspannen houding. Heel langzaam
veranderde het beeld van de foto in een beeld tijdens onze vakantie in Cluny.
Het was de zomer van 1997. Yoga was, in tegenstelling tot nu, nog een bijzonder
fenomeen. Datzelfde gold voor de mobiele telefoon.Ik droomde weg, de krant met Modi en alle kleedjesmensen gleed op de grond. En weer was ik in Cluny op die prachtige warme zomerdag…
Schuin tegenover ons woont voor een paar dagen een jonge
Engelse.
ik zie haar pas echt op een vroege morgen. Ze staat op het
bedauwde gras in een ragfijn kuitlang kleedje. Het losse haar hangt fijntjes
halverwege de rug. Ze maakt allerlei bewegingen, van uitgestrekt tot in
kniehouding tot liggend op de grasmat. Dan staat ze helemaal uitgestrekt in
prachtige glooiende lijn en werpt een kushand naar de zon. Ik herken de
zonnegroet. Het is een yoga oefening, die alle spieren een beurt geeft en
daarbij ook de geest ontspant. Even later haalt ze uit haar bestelauto een tafeltje. Er komt ook een stoeltje. Ze maakt een zitje onder de schrale boom en gaat ontbijten. Ze geniet zichtbaar. Midden op de middag speelt ze op een mondorgeltje. Ik herken droevige Schotse wijsjes. En aan het eind van de middag kookt ze haar potje. Vanonder de openslaande deurtjes zijn haar benen te zien. Het zonnehoedje ligt achteloos in het gras. Ze heeft niets, maar ze straalt van geluk.
Tegenover deze fee, dus naast ons, woont ook voor maar even,
een Hollandse meneer. Hij heeft een prachtige caravan met de nieuwste snufjes.
Hij heeft ook een vrouw en een dochter. De volgorde zo is goed. Er wordt
nauwelijks met elkaar gepraat. De meneer zit een groot gedeelte van de dag op
een riante stoel met een dik kussen. Hij puzzelt wat, tuurt wat, dut eens even,
pakt regelmatig een pilsje en zucht vaak. Hij zit bij de maaltijd niet in de
kring, maar er buiten. Op een avond hoor ik hem praten, druk en lacherig. 'Ja,
we vermaken ons heel goed. We hebben het hier goed naar onze zin'. Hij heeft
geen bezoek, hij belt met zijn mobiele telefoon naar bekenden en laat weten dat
het allemaal erg goed gaat. Dan hervat hij het patroon van voorheen.
De jonge Engelse met het weinige en de Hollandse meneer met
het vele zijn in het gelukkig zijn elkaars tegenpolen. Het is zoals één van
onze kinderen ooit zei: ‘Innerlijke rijkdom heb je altijd bij je’…