Overbrugd

Overbrugd

vrijdag 14 augustus 2015


Limburg (2) 

Het drama van een verloren generatie

Een slingerweg leidt naar de ingang van de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. Weerszijden van de weg staan fruitbomen, rode appels op de grond doorbreken de strakheid van het gladgeschoren gras. In kloeke letters staat op de ingang ‘Netherlands American Cemetery and Memorial’. Trappen leiden naar het Ereplein.
 
 
Een rouwende moeder in brons1800 spiegelt zich in het water van de vijver, zo worden het meer moeders, steeds weer veranderend van gestalte. Een afgebroken tak en een stronk waaruit een nieuwe loot als symbool van dood en nieuw leven. Als een trouwe waker staat achter de vrouwenfiguur de dertig meter hoge toren, voorzien van een carillon. Links van het plein zijn drie grote landkaarten uitgebeiteld in travertin. Hierop zijn de beschrijvingen van het Amerikaanse leger te volgen. Er staan banken. Vanaf die plek laat ik mijn gedachten gaan.

Het was in september 1944, Margraten was bevrijd. Omdat er veel doden werden verwacht tijdens de opmars naar Berlijn, verzocht Kapitein Shonon, bevelhebber van het Negende Leger, de gemeente Margraten om een stuk grond waar de gevallenen zouden kunnen rusten. Een maand later werd het gebied langs de rijksweg ten westen van de dorpskern als begraafplaats in bruikleen gegeven. Het werd een hels karwei om het modderige gebied hiervoor gereed te maken. In vrachtwagens arriveerden tientallen gesneuvelden, ze kregen een voorlopig graf. Uiteindelijk lagen er 17742 Amerikanen, waaronder 1026 overige geallieerden. Op 30 mei 1945, Memorial Dag, zag de begraafplaats er prachtig uit. In de jaren er na vonden veel herbegrafenissen plaats, ruim 10.000 Amerikanen werden gerepatrieerd, soldaten van andere nationaliteit kregen elders een passende plek. Uiteindelijk liggen er nu 8301 militairen begraven van Amerikaanse, Engelse, Canadese en Mexicaanse nationaliteit.

Op de hoge muur rechts van het plein staan de namen gegrift van gesneuvelden rustend in een onbekend graf. Ik lees: Robert van Klinken - Washington 20 september 1944 – 32, Clarence J. Kubish – Indiana – 17 september 1944 – 31, Guy V. Johnston – Iowa – 7 april 1945 – 22. Soms staat er een rozet achter een naam als teken dat de gesneuvelde later is gevonden.
 
 
We wandelen naar de begraafplaats, de graven zijn niet in één blik te vatten. Het ‘rood’ van toen heeft plaatsgemaakt voor wit en groen. Een tuinman is bezig op een motormaaier. Twee jonge mensen leggen bloemen bij twee kruisen, ze staan stil, maken eerbiedig foto’s.
 
 
Ze vertellen dat ze de graven van deze broers hebben geadopteerd en op bijzondere dagen bloemen brengen. John J. Frisone – februari ‘45 en Dominic Frisone – april ’45 krijgen eenzelfde boeket. Soms staat boven een kruis de davidsster, soms ook de tekst ‘Here rests in honoured glory a comrade in arms known but to God’. Zestien vakken telt de begraafplaats, ze zijn gescheiden door een promenade naar de vlaggenmast met de Amerikaanse en Nederlandse vlag. De kruisen zijn geplaatst in zachte rondingen, het staat zo haaks op dit grote drama van deze verloren generatie. We wandelen naar de kapel in de toren en zijn stil. Ze gaven hun leven voor ons…

 
Daar waar de Geleenbeek, de Molenbeek en de Auvermoer samenvloeien staat één van de grootste kastelen van ons land. De dichter Bertus Aafjes woonde er ooit. Hoensbroek is de naam en het ligt onder de rook van het plaatsje Hoensbroek.

Al in 1225 was in dit moerassig gebied sprake van de motte-burcht, in 1250 echter werd hier een versterkt huis gebouwd. Een goede ligging vanwege de handelsroute naar Maastricht, Aken en Keulen. De geschiedenis van kasteel Hoensbroek begint bij ridder Herman Hoen I, kasteelheer van 1388 tot 1404. Eeuwen zwaaide het geslacht Hoen van den Broeck daar de scepter, daarna vertrokken ze naar Duitsland. De laatste kasteelheer was Graaf Frans Lothar. Toen het verval van het kasteel niet meer te stuiten was verkocht de graaf het in 1927 aan de stichting ‘Ave Rex Christe’, die het verhuurt aan de gemeente Hoensbroek. Nu doet het dienst als kasteelmuseum.
Hoe zal het zijn om door veertig authentiek ingerichte kasteelvertrekken te dwalen?

 
Het voorplein lijkt te zinderen van de hitte, het water in de slotgracht geeft geen verkoeling. In de loop der eeuwen is het kasteel drie keer verbouwd en vergroot en dat is duidelijk te zien aan de verschillende bouwstijlen. Vier vleugels rondom een rechthoekige binnenplaats geven iets onverzettelijks. We wandelen over de slotbrug naar het hoofdgebouw. Weerszijden staan gedrongen torens met ui-vormige spitsen, terwijl de torens aan de achterzijde gedeeltelijk losstaand zijn en verschillend van elkaar. Maar juist die achterzijde is spannend en roept beelden van een veilig oord in een onherbergzaam landschap.
 
 
We dolen door trappenhuizen, door zalen met musicerende kasteelbewoners, langs tafels rijkelijk gedekt. We staren naar schilderijen van vroegere bewoners en rusten uit op een binnenplaats onder waslijnen met eigenaardige kleding. 
 
 
We gaan op zoek naar de geheime kamer, die tussen twee verdiepingen ingeklemd ligt. Ooit werd de ingang gecamoufleerd door een kast. In de 18e eeuw werd de oudste zoon van kasteelheer Frans Arnold en Anna Catharina von Schönborn als bisschop van Roermond bedreigd na een fikse ruzie met de Fransen. Anna verstopte hem in het ‘camerke bovens de speul’. De Fransen telden de ramen buiten, ze telden de ramen binnen. Buiten was er één raam meer dan binnen. Ze eisten dat ’s nachts voor elk raam een brandende kaars werd gezet. Daar waar de vlam ontbrak moesten ze zoeken. De bisschop hoorde van dit plan en zette voor het raam van het geheime kamertje ook een brandende kaars. Even raak ik de ruwe muren aan in de donjon. Hier hebben ze gezeten, gevangenen wachtend op berechting. Een nauwe spleet laat spaarzaam daglicht door. De wreedheid van toen zet zich voort in deze tijd. We wandelen naar buiten, de hitte omsluit ons als een dikke deken.

De begraafplaats in Margraten, het kasteel in Hoensbroek, vertellen beiden een verhaal. Waar het bezoek aan het kasteel zal verflauwen, zo zal het bezoek aan de begraafplaats zich niet laten wissen...