Ruimte
Nadat
we telefonisch het zakelijke gedeelte hadden doorgesproken lieten we het
gesprek een eigen richting kiezen. En aangezien hij theoloog, dichter en
schrijver is en ook nog alles over muziek weet is het altijd weer verrassend
waar we terecht zullen komen. Dit keer kwamen we uit bij ‘een goed gevulde
boekenkast’. Hij klonk wat zorgelijk toen hij meldde dat hij bij aanschaf van
een nieuw boek ook altijd een boek moest laten vertrekken vanwege de ruimte. En
dat was zwaar, want ja met boeken heb je toch een band. Het voelde als verraad.
Maar na zorgvuldig wikken en wegen werd uiteindelijk de keuze gemaakt en het
betreffende boek afgevoerd. Naar een geïnteresseerde? Naar een tweedehands
boekenzaak? Naar de kringloop? Ik vergat het te vragen. ‘Weet je’, hij liet
zijn stem dalen, ‘ik had vroeger zo’n twaalf boeken en ze betekenden veel voor
mij. Ik nam ze vaak ter hand, bladerde er in en las spannende fragmenten
opnieuw. Eigenlijk is dat hetzelfde wat Rien Poortvliet eens opmerkte. Hij had
in zijn jeugd een klein aantal boeken, het waren zijn beste vrienden. Veel
later had hij wel duizend boeken. Maar die duizend bleven slechts kennissen.’
Beelden van vroeger vlogen in rap tempo voorbij. Ziek, in het grote bed, een stapel boeken naast me. Koortsige handen streelden de boeken en ongezien herkende ik ze aan kleine beschadigingen. Tien, twaalf, veertien? Titels kwamen boven. ‘Gerdientje’, ‘Nienke van de koster’, ‘De kinderen van het Ruige Veld’. In de daarop volgende seconden zag ik de illustratie op de voorkaften van ‘Het kerstfeest van Anneketeun’ en ‘Hij zorgt voor jou’.
Maar
‘Jetje uit het Huis’ was mijn meest dierbare boek. Het in wit en blauw geklede
weesmeisje, dat uiteindelijk mag komen wonen bij haar liefste vriendinnetje.
We
waren het volkomen met elkaar eens: eens een boekenwurm, altijd een boekenwurm.
Het
gesprek bleef die dag nog wat naklinken. Vooral dat ‘ruimte maken’ was een
doordenker. Ruimte maken in een overvolle klerenkast, ruimte maken in een
ordeloze servieskast, ruimte maken in het hoofd door een flink stuk te gaan
lopen. Ruimte maken door wat in te schikken, maar ook iemand ruimte geven in
een moeilijk gesprek. Hoe langer ik er over nadacht, hoe meer ik van het woord
‘ruimte’ ging houden. Hoewel? Had ik niet onlangs tijdens het instappen van de
trein gegriezeld van de ruimte tussen perron en trein?
Ik
stopte het filosoferen en ging op zoek naar de doos met boeken van vroeger. En
toen kreeg ik weer te maken met het woord ‘ruimte’, want het was verzetten van
spullen, dozen openen en dozen sluiten, dromen bij vergeten speelgoed. In een
gehavende doos ontdekte ik mijn vrienden van vroeger, die nu nog dierbaarder
waren. Haast eerbiedig nam ik ze één voor één op, soms vielen ze van ouderdom
uit elkaar. Voorzichtig droeg ik de doos naar beneden, zocht een knusse plek en
begon te lezen in ‘Jetje uit het Huis’.