Overbrugd

Overbrugd

zaterdag 27 mei 2017


De doden van Spier 

Een schrale aprilwind doet rillen, zelfs de narcissen lijken te huiveren. Dat huiveren heeft te maken met de plek waar we staan. Een oorlogsmonument, toevallig ontdekt tijdens een wandeling.
Hoe vaak niet zijn we onwetend voorbij gereden, meegaand in de verkeersstroom op de A28. Achter een wal van aarde ter hoogte van Spier, verscholen tussen de bomen, staat een sober kruis met veertien namen. Het opschrift luidt: ‘ 21 strijders gefusilleerd – 10 april 1945. In een afgedekt bakje liggen folders met het verhaal. Er staat een bank en met de kraag omhoog tegen de koude wind lees ik het verhaal.

 
 
Op 7 april 1945 stonden in Engeland op de vliegvelden Shepherds Grove, Great Dunmow en Rivenhall bommenwerpers gereed om die nacht Franse parachutisten boven Drenthe te droppen. Doel was om achter de Duitse linies onrust te scheppen en zo het verdedigen van Drenthe door de Duitsers te bemoeilijken. Een groep kwam terecht bij Spier, een andere groep landde in de streek ‘Toldijk’ dicht bij de Wijsterseweg, nu gemeente Hoogeveen. Deze groep werd door de bevolking opgevangen en verzorgd in afwachting wat zou komen. Dat duurde niet lang. De Duitsers kregen lucht van de parachutisten, trokken hevig vurend naar de Wijsterseweg, daarbij werd ook de woning van de familie Scholing onder vuur genomen. Arend Scholing (55), zoon Dirk (26) en zoon Gezienus (14) vonden de dood. Moeder Margje Scholing-Duinkerken (55) stierf op 14 april in het ziekenhuis. De Duitsers heroverden het gebied, de Fransen ontkwamen en een grote groep burgers werd gevangen genomen. Een deel van de mensen mocht direct weg, de rest werd in drie groepen verdeeld waarover apart werd gesproken. Groep één mocht weg als onschuldig, maar groep twee bestaande uit zes personen, had gewapend verzet gepleegd. Van groep drie, die uit negen personen bestond, was niet duidelijk of ze mee hadden gevochten. Omdat het tegendeel niet was bewezen werden ook zij gevangen genomen. Vijftien mannen werden afgevoerd richting Westerbork. Ze sliepen die nacht in een schuur; Hayo Wubs werd bij een vluchtpoging doodgeschoten. Zo liepen op 10 april veertien mannen met hun handen in de nek, omgeven door Duitsers, door Spier. De plannen werden gewijzigd. De Duitse commandant moest de mannen overdragen aan de Grüne Polizei. De dorpelingen wilden de gevangenen van eten en drinken voorzien, het werd niet toegestaan. De mannen stonden tegen de muur van café Ten Buur, binnen werd overlegd. De Canadezen waren in aantocht. Dat gaf de doorslag. Even ten noorden van Spier liep een pad het bos in. Daar op de Eerste Lange Maatseweg werden veertien mensen met een nekschot vermoord. Samen met de familie Scholing en Hayo Wubs kwam het dodental op negentien mensen. Er waren ook twee mensen omgekomen bij het Noorderhuis en daarmee kwam men op 21 slachtoffers. Later bleek dat niet twee, maar drie mensen daar het leven hadden gelaten.


Langzaam vouw ik de folder dicht en kijk naar het monument, lees zacht de namen. Straks op vier mei zal de vlag halfstok hangen. Misschien klinkt de Last Post en volgt een veelzeggende stilte. Afsluitend wordt het Wilhelmus gezongen. Nabestaanden en belangstellenden leggen bloemen. Verbondenheid. Steeds weer worden nieuwe verhalen verteld, worden doorgegeven.

Zoals Leo Vroman verwoordde:
kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen