Krakau 2
Vlaamse kunst maar ook Schindlers fabriek
Vlaamse kunst maar ook Schindlers fabriek
Vanmorgen
staat de wijk Kazimierz op het programma, gevolgd door een bezoek aan het
Joodse getto van Podgorze. We sluiten af in de Fabryka Schindler, de voormalige
emaillefabriek waar Oskar Schindler zoveel joden wist te redden door ze te
laten werken in zijn fabriek.
Aan de
vooravond van de Tweede Wereldoorlog was Kazimierz samen met Warschau het
centrum van de Joodse cultuur in Polen. Ongeveer een kwart van de bevolking in
Krakau bestond uit Joden. De gids wijst ons het huis aan waar Helena Rubinstein,
oprichter van een groot cosmetisch imperium, opgroeide. Het ligt aan een
gezellig pleintje waar de horeca deze morgen al vroeg bezig is de terrassen in
gereedheid te brengen. Een wandeling door deze wijk, langs de vele synagoges al
of niet in gebruik, vertelt over het rijke Joodse leven van weleer. Gids Bo
brengt ons naar een typische binnenplaats van het getto, waar de filmopnamen
van Schindler’s List waren. Al was dit niet de historische plek, deze was beter
omdat rond de historische plek te veel naoorlogse nieuwbouw stond.
Schilderachtigheid vermengt zich met angstschreeuwen, hondengeblaf en
wreedheden. Aan de muur een wandtapijt met indringende foto’s van toen.
In 1941
werden de Joden gedwongen zich te vestigen in een deel van de wijk Podgorze, ommuurd
met streng beveiligde uitgangen. Eind 1942 werd het getto verdeeld in een
A-zone en een B-zone. Maart 1943 werden de bewoners van de eerstgenoemde zone
overgebracht naar een iets verder gelegen werkkamp; de bewoners van de andere
zone werden geëxecuteerd of ze gingen naar Auschwitz. Vanaf het Bohaterow
Gettaplein werden de Joden gedeporteerd. Lege stoelen over het hele plein staan
symbool voor het weinige wat ze mee mochten nemen. Een aangrijpend beeld.
Op
nr. 18 staat de apotheek ‘Onder de Adelaar’. De niet-Joodse eigenaar dokter
Pankiewicz speelde een heldenrol. Hij hielp met medicijnen, verfde haren,
kleurde bleke wangen bij, zorgde voor valse papieren. Nog zijn er op twee
planken de originele medicijnpotten te zien. We sluiten af met een bezoek aan de Fabryka Schendlera. Zo is de
werkkamer van Schindler intact en vertelt een berg gekleurde emaille bekers en
schalen over de werkzaamheden toen.
De lunch op
de Rynek Glówny brengt ons weer in het huidige. De volle terrassen met
genietende mensen staan haaks op de ervaringen van de morgen. Ik leg het weg
als een pakket op een plank om het op een later tijdstip in alle rust te
openen. Nu is de 13e eeuwse – 14e eeuwse gotische Mariakerk aan de beurt. Trekpleister is het Maria-altaar,
het grootste altaar in Europa, vervaardigt door Veit Stoss. Veel biddende
bezoekers, de sfeer is sereen.
We wandelen
door de Ulica Grodzka naar de Wawelheuvel. Een buitenkansje, want aan deze
straat liggen meerdere interessante kerken en kloosters. Al bij het betreden
van de gotische franciscaner kloosterkerk vallen de glas-in-loodramen op,
bijzonder zijn de sierlijke bloemmotieven. Al dwalend komen we in een ruimte
waar foto’s hangen van de Wereldjongerendag. Paus Franciscus krijgt veel
aandacht van vier jonge franciscanessen. Aan de overkant van de straat staat de
haast even oude Dominicanenkerk. Een priester neemt een gelovige de biecht af,
twee zusters bidden. Eerbied past. Een stille rondgang door de pandgangen laat
prachtige kunst zien.
Voordat we
de Wawelheuvel beklimmen staan we stil bij het monument voor de slachtoffers
van het bloedbad van Katyn. In dat Russische dorp vermoordde de Sovjet-geheime
dienst in april/mei 1940 ruim 22.000 Poolse officieren en intellectuelen. Een
houten kruis tegen een zijgevel, een paar schamele boeketjes, iets verder vuilniszakken.
Treurigheid in veelvoud.
Wie Krakau
aandoet moet zeker de Wawelkathedraal en de Wawelburcht bezoeken. Jaarlijks
beklimmen 2 miljoen bezoekers het hobbelige pad dat omhoog voert. Ooit was de
burcht de zetel van de Poolse koningen. Een romaans kasteel in de 11e
eeuw verbouwde men in de 14e eeuw tot een stoere vesting. De brand
in 1499 vaagde alles weg, waarna het kasteel werd herbouwd tot een residentie
in renaissancestijl. De daarop volgende jaren waren lang niet alle bewoners van
koninklijke bloede. In de Tweede Wereldoorlog huisden de Nazi’s er. De meeste
kostbaarheden waren vooraf opgeborgen in Canada.
Via de
fraaie binnenplaats betreden we de residentie. Er zijn 60 kamers te gaan, het
toezicht is streng en er mag niet gefotografeerd worden. Bijzonder zijn de 136
Vlaamse wandtapijten met onder meer bijbelse voorstellingen. Ook de troonzaal
met de 30 gebeeldhouwde kopjes in het plafond mag er zijn. Dan is er de
studeerkamer van de koning met werk van Vlaamse schilders, de Justitiezaal met
een portret van Zygmunt Wasa geschilderd door Rubens. In de senatorenzaal, soms
ook balzaal, zetelde het parlement in de tijd toen Krakau hoofdstad was. We
laten het bestuurlijke achter ons en gaan de ‘heiligheid’ binnen. Was het in
het Wawelburcht druk, in de Wawelkathedraal is het nog drukker en nog strenger.
Na drie bouwfasen in het verre verleden dateert de huidige gotische bouw uit de
14e eeuw. Hier werden de koningen gekroond, hier werden ze ook
begraven. Naast de massieve deur hangen beenderen van prehistorische dieren ter
bescherming van de kerk. We wandelen langs de kapellen van koningen,
koninginnen en bisschoppen, rijk versierde tombes, soms in zilver. Fraaie wandtapijten
en schilderingen, kaarsen, eerbied, zacht gefluister doorbreekt de stilte. We
ronden af met een bezoek aan de schatkamer en de koninklijke crypte. Is de
Sigismundkapel binnen schitterend, aan de buitenkant is van zeldzame
schoonheid.
Na zoveel
indrukken is het goed neer te strijken aan de oever van de Wisla en de
gedachten te ordenen. De rivier heeft alles van nabij meegemaakt, ze heeft haar
kalmte weten te bewaren. En stroomt verder in tijdloosheid…