Overbrugd

Overbrugd

maandag 18 september 2017


Krakau 3
 
De zoutmijnen en houten kerken van Polen. 

In de vroege ochtend vertrekken we richting Wieliczka. De beroemde zoutmijn daar staat als eerste genoteerd. Vervolgens reizen we door naar Zakopane, een typisch Poolse stad, gelegen op 900 meter hoogte aan de voet van de Hoge Tatra. Waren we gisteren tijdig terug na een korte excursie in Wadowice, het dorp waar Paus Johannes Paulus II is geboren, vandaag zullen we aan het begin van de avond terug zijn. Wadowice teert nog op haar beroemde stadsgenoot, de kerk uit zijn jeugd is bijkans een pelgrimsoord geworden. En de commercie snoept handig mee in het aanbod van allerlei souvenirs waaraan de naam Pope listig is verbonden. Zoals de heerlijke tompouces, die alle restaurants in diverse groottes en prijzen aanbieden.

Het landschap glijdt voorbij, de reisleider vertelt onderhoudend. ‘Polen heeft 38 miljoen inwoners en is twaalf keer Nederland. Op zaterdag wordt er getrouwd. Eerst stadhuis, daarna kerk. Aan het eind van de middag begint het grote feest, waar ieder een fles wodka drinkt gedurende de bruiloft. Bruid en bruidegom drinken champagne, gooien het glas over de schouder en mogen een wens doen. Daarna komt er een rond brood, het bruidspaar neemt er een hap uit, ze strooien er zout op en eten het op. Dat betekent: geluk! Ieder doet dat na. Die nacht wordt er gefeest tot een uur of vier, de volgende morgen is er rond elf uur uitgebreid koffie, gevolgd door een maaltijd. In de middag is het feest voorbij.’

Zoals bij alle highlichts is het ook bij de zoutmijn een drukte van belang. Een gids staat klaar en leidt ons door de strenge controle en begint zijn verhaal. ‘In deze mijn wordt vanaf de 13e eeuw zout gewonnen. Voor de Poolse koningen was dit één van de belangrijkste inkomsten. Het meeste geld werd gebruikt voor oorlog voeren. De mijn bevat negen niveaus en is tot 327 meter diep. Alleen de hoogste drie niveaus zijn toegankelijk voor toeristen; vanaf het achtste niveau staat de mijn onder water door de overstromingen in 1993. De totale lengte van de gangen bedraagt ruim 250 kilometer. Bijzonder is dat door het microklimaat op 200 meter diepte een sanatorium is. Dit klimaat is ook de beste remedie tegen een kater,’ met deze luchtige opmerking gaat hij ons voor. We dalen de 390 treden van de vele trapjes af en beginnen de tocht op 135 meter diepte in de schemer en de stilte. Gangen, steeds weer afgesloten door dikke deuren. Staan er twee open tegen elkaar, dan is er een forse luchtstroom. Wanden met houten stutten, spannende zoutlagen, die variëren in kleur en dikte. In dit gangenstelsel kan een bezoeker zonder gids gemakkelijk de weg kwijt raken. De mijn is nog in gebruik, hoewel niet intensief. Veel gangen zijn ooit met de hand gegraven, later werden explosieven gebruikt. Verbazing en verrukking wisselen elkaar af. Zo komen we door de zaal met legenden, passeren we de Grot van de Dwergen, zien we hoe paarden werden gebruikt voor het exploiteren van de mijn. Alles is van zout nagemaakt. Romantiek is er ook; bij een meer houden we halt en klinkt vanuit het donker muziek van Chopin. De mooiste van alle kapellen is de Kapel van de Zalige Kingma. Volgens een legende was zij een Hongaarse prinses die ging trouwen met een Krakause hertog. Ze wilde hem verrassen met een huwelijksgeschenk waar alle onderdanen wat aan hadden en gooide haar wonderring in een Hongaarse zoutmijn. Op weg naar Krakau beval ze haar dienaren een gat in de grond te graven. Op de bodem troffen ze de ring aan in een enorm brok zout.

 
Met of zonder legende: de kapel is prachtig, ligt op een diepte van 101 meter, is 54 meter lang en 12 meter hoog. Er is 30 jaar aan gewerkt en de akoestiek is uitzonderlijk. Hier worden regelmatig concerten gegeven en wie er wil huwen hoeft dit alleen maar aan te vragen. De rekening mag er wezen! We wandelen langs de kerststal met het Jezuskindje in roze zout, we zien de Vlucht naar Egypte en het Laatste Avondmaal. Paus Johannes Paulus II ontbreekt niet. We sluiten af in de grote zaal met tijdelijke exposities, hier is de horeca heer en meester. In een gammele volgepakte lift komen we weer boven, het daglicht is fel. 

Zakopane ligt 100 kilometer ten zuiden van Krakau. Via een toeristische route zien we schitterende landschappen met typisch Poolse boerderijtjes. Het stadje is zowel in de zomer als in de winter zeer in trek voor de vakantieganger.
 
 
Oogstrelend zijn de vele houten huizen, maar de houten Onze-Lieve-Vrouwe van Czestechova kerk uit 1847 spant de kroon. Het er naast gelegen kerkhof gaat door voor het ‘vrolijkste’ kerkhof van Polen.


De eerste kennismaking met het stadje valt niet mee. Veel vakantiegangers, voorname hotels, volle terrassen, muziek, winkelwaar te kust en te keur. Een braderie-achtige sfeer. We vluchten het houten kerkje in, de gewijdheid is tastbaar. Zowel exterieur als interieur: alles hout. Intiem, warm, veilig, zomaar woorden die boven komen in de stilte. Veel iconen, de eenvoudige preekstoel en de wand vormen een eenheid in hout.

 
Via een rustieke stenen poort komen we op het er naast gelegen kerkhof. Strakke graven? Welnee, de graftuintjes vertellen alles over de dierbaren en zijn bont in aandenken. Religie is er in de vorm van bijzondere kruisen en ‘Christus op Koude Steen’ is hier een geliefd beeld.

 
Met deze beelden op het netvlies keren we huiswaarts. In een weiland poseert een bruidspaar tussen de hooioppers; avondrood kleurt de lucht…