Overbrugd

Overbrugd

donderdag 16 november 2017


Maatschappelijke moraal in het nauw.

We zaten klaar in de Stadskazerne in Kampen. Het wachten was op Stevo Akkerman, journalist en columnist van het dagblad ‘Trouw’ en auteur van ‘Donderdagmiddag dochter’. Hij zou een lezing geven over de maatschappelijke moraal als vervolg op het boek van Joris Luyendijk ‘Dit kan niet waar zijn’. Een pittig onderwerp waar veel over te zeggen valt, waar vermoedelijk ook weinig aan te doen is. Door het aan de kaak te stellen is in ieder geval een eerste stap.

 
Akkerman vraagt zich af of niet alleen de bankenwereld, maar de hele maatschappij een ‘amoreel universum’ is geworden. Onze samenleving zit vol gevaarlijke prikkels die er toe leiden dat de persoonlijke moraal van medewerkers wordt opgeofferd aan de doelen van het bedrijf of de organisatie. Akkerman sprak met kopstukken en dissidenten uit het bedrijfsleven, het onderwijs en de gezondheidszorg. Het resultaat is een verontrustend boek.

Precies op tijd arriveert Stevo Akkerman. Hij komt uit Rotterdam en heeft een autorit van drieënhalf uur achter de rug: het verkeer zat overal vast. Na een kort welkomstwoord gaat Akkerman van start.
 
 
Even droom ik weg. Prettige stem, tengere gestalte, veel kennis en een gemakkelijke voordracht. Hij krijgt meteen de zaal mee en weet de aandacht vast te houden. Veel van het gezegde is in zijn boek terug te vinden. Dan is er koffie, na de koffie mogen er vragen worden gesteld. Akkerman en ik staan bij de koffie schuin tegenover elkaar. ‘Mag ik u gelukwensen met de J.L. Heldringprijs’, vraag ik. Er glijdt een spontane lach over zijn gezicht. Wanneer ik vraag of hij de onderscheiding van de beste columnist van 2017 heeft zien aankomen, zegt hij heel spontaan dat dit niet het geval is. ‘Ze vroegen of ik een paar columns wilde opsturen, met als gevolg deze onderscheiding.’ Voor alle duidelijkheid, de J.L. Heldringprijs is in 2012 ingesteld na het overlijden van J.H. Heldring van het NRC. De jury zei onder meer: ‘Stevo Akkerman biedt ruim baan aan de twijfel in zijn voortreffelijk geschreven columns, juist door de eigen onzekerheid over zijn standpunten niet onder stoelen of banken te steken.’

Bij het vragenuurtje blijkt dat Stevo Akkerman zeer breed is georiënteerd is. Zijn kennis bestrijkt een groot vlak, daarbij heeft hij humor en is zeer bescheiden. Tot slot merkt één van de aanwezigen op: ‘Wat moet ik straks thuis zeggen wanneer mijn vrouw vraagt wat ik vanavond heb geleerd?’ Hilariteit. Akkerman grijnst en maakt zich er met een kwinkslag vanaf.
We wandelen terug langs de IJsselkade naar huis. Op de donkere IJssel deinen zacht de aangemeerde schepen op en neer. Het is zoals Jan Terlouw op de achterflap van Akkerman’s boek wordt geciteerd: ‘Akkerman legt een ongerijmdheid bloot die grote maatschappelijke consequenties heeft: mensen hechten waarde aan arbeidsvreugd en goede relaties, maar vervolgens gaan ze naar hun werk en jagen daar materieel gewin na.’

Wanneer ik de volgende dag Trouw opensla staat de krant vol over de ‘Paradise papers’. Na de ‘Panama Papers’ opnieuw vuiligheid. Maar eerst lees ik de column van Stevo Akkerman…