Gabriël
Nieuwsgierig
keek ik naar het in paars vloeipapier gewikkelde pakje, nadat ik de kunstig
gevouwen verpakking van hetzelfde zachte papier had verwijderd.
‘Zo verpakken kunnen ze alleen in Uzès’, zei
mijn goede vriendin, terwijl ze naar me toe leunde. Uzès is een dorp in
Zuid-Frankrijk. Langzaam wikkelde ik het platte pakje af, er scheen geen eind
aan te komen. Even kwam dat spannende gevoel van vroeger terug bij het openen
van pakjes. Toen was het papier er af, voor mij lag een engel van zilverkleurig
metaal en zo mooi, dat ik er even sprakeloos naar keek. De schoonheid zat niet
alleen in de zwierige houding, maar meer nog in de wijd gespreide armen, die
ieder leken te willen omhelzen die daar aan toe was. De engel had geen ogen,
geen mond en zelfs geen vleugels. Het lichaam bolde lichtjes. De gladde
gestalte was omgeven door een brede rand bewerkt metaal, het leek op gebrand
zilver. Die fraai versierde rand maakte
het gemis van vleugels meer dan goed. De rand leek één grote engelenvleugel. In
stilte noemde ik de engel Gabriël, want de kersttijd lag nog niet zo lang
achter ons.
Toen ik ’s
avonds thuis kwam zette ik Gabriël voorzichtig tegen een vaas tulpen, omdat hij
alleen maar kon hangen en het nooit tot staan zou brengen. Ik wandelde door de
kamer en zocht een goede plek voor hem. En dat viel niet mee. Gabriël verdroeg
geen goudkleurigheid naast zich, maar ook van brons hield hij niet. Zo viel het
beste plekje af vanwege een icoon met veel goud en een bronzen borstkruis van
de gekruisigde Christus. En omdat Gabriël niet kon staan was een plek naast de
treurende Moeder Gods ook al uitgesloten.
Na een half
uur zoeken gaf ik het op: alles leek van goud en brons te zijn. Net toen ik de
engel mismoedig terug wilde zetten tegen de tulpen viel me nog één plek in.
Weliswaar wat achter in de kamer, maar wel vlak bij de ontbijttafel en daar
begint toch de dag. Ik hing Gabriël onder de zwartijzeren kandelaar tegen de
muur van licht schoonmetselwerk. Het effect was prachtig. Nu lees ik de
ochtendkrant onder toeziend oog van Gabriël en als het nieuws me schokt kijk ik
naar Gabriël. Soms weet hij het te verzachten…