Je hebt met ieder ikoon een
gevecht
Ikonen zijn tweedimensionale beelden van Christus, de
Moeder Gods, engelen, heiligen en van de feesten van de kerk. Bij het bidden
voor de ikoon staat de gelovige oog in oog met de heilige, die door de ikoon
fysiek aanwezig is. Maar hoe zit het met de schilders van deze ‘vensters op de
eeuwigheid’? Jansje Aaltink-Schotman, vrijwilligster in het Ikonenmuseum in
Kampen, licht een flinke tip van de sluier op.
Wanneer
ik het huis van Jansje binnenga, voel ik me liefdevol
gadegeslagen door vele ogen. Gang en trappenhuis hangen vol heiligen. Voeg
daarbij de Sallandse gastvrijheid en dit bezoek belooft veel. Ademloos bekijk
ik haar werk in de huiskamer: de ikoon
van ‘Jezus en de Samaritaanse vrouw' maakt stil, voor ‘Christus Pantocrator’
(Albeheerser) brandt stil een godslamp.
Jansje
gaat me voor naar haar atelier en dat is opnieuw verbazen over een ruimte waar
ternauwernood nog plek is om te zitten. Ikonen, potjes met geheimzinnige namen,
boekjes bladgoud, kwasten en mij onbekend gereedschap. Een goede ruimte om in
gesprek te gaan over deze vorm van religie.
Waar ligt je eerste
ontmoeting met ikonen?
‘Ooit
las ik in de krant over een ikonententoonstelling van Morsink te Hengelo. Ik
wist helemaal niet wat ikonen waren, maar het aureool er omheen, Heiligenschein
zeggen ze Duitsland, had iets mystieks, iets wat ik niet grijpen kon, maar wel
voelen. Weer later zag ik een tentoonstelling van ikonenschilderes Ellen Zomer
in Denekamp. Ik dacht: ‘Dit is het, hier heb ik naar gezocht!’ Via Zomer kwam
ik terecht in Duitsland en kreeg ik les van ikonenschilderes Irina Globitz. Ze
komt uit de voormalige DDR, heeft gestudeerd aan de Akademie in Wenen met als
hoofdvak ikonen en restauratie van ikonen. Van haar heb ik ontzettend veel
geleerd.’ ‘Stap 1: om een betere verbinding met de lijmlaag van hazenlijm te verkrijgen wordt het houten paneel ingekrast;
Stap 2: na het lijmen wordt het linnen op het paneel geplakt. Hiervoor wordt ook weer hazenlijm gebruikt;
Stap 3: na het linnen wordt een krijtlaag, de zogenaamde levkas, aangebracht. Deze bestaat uit 6 tot 12 lagen. Na het drogen wordt de levkas geschuurd;
Stap 4: de tekening wordt op het paneel aangebracht. Na het aanbrengen van de tekening wordt het bladgoud aangebracht;
Stap 5: de grondkleuren worden aangebracht;
Stap 6: het eindresultaat. Met assist worden de fijne goudlijntjes gemaakt.’
Inmiddels heb je ruim 200
ikonen geschilderd. Verkoop je ook ikonen?
‘Ja, ik verkoop alleen aan mensen die een ikoon weten te
waarderen. Ik ben niet uit op winst, maar op deze manier kan ik weer nieuw
materiaal kopen. Bij bijzondere gelegenheden schenk ik een ikoon, zoals aan het
Overijssels Byzantijns Mannenkoor, dat toen bezig was met een inzamelingsactie
voor een kindertehuis in Rusland. In opdracht werk ik ook. Een broer vroeg me
een ikoon te schilderen van Petrus omdat hij zich vaak Petrus voelde; voor een
andere broer, hij is apotheker geweest, schilderde ik Panteleimon met
medicijnkist en lepel; hij is de heilige van artsen en apothekers.’
Exposeren?’ Er zijn al meerdere
exposities geweest. Het is fijn om iets door te kunnen geven.’
Wanneer ik rondkijk zie ik
veel afbeeldingen van de Moeder Gods, Christus Pantocrator en enkele apostelen.
Schilder je ook gebeurtenissen uit de bijbel?
Gebeurt er iets met Jansje
Aaltink tijdens het ikoonschilderen?
‘Hoe
meer je er mee bezig bent, hoe meer inspiratie je krijgt en hoe meer blijheid
van binnen. Je hebt met ieder ikoon een gevecht; er komt altijd een moment dat
je denkt ‘het wordt niks.’ Uiteindelijk wordt het toch wat.’ Nadenkend: ’Ik doe het ook uit liefde voor de Heer, dat is de drijfveer. Jezus is alles voor mij. Ik loop er niet mee te koop, maar ik kan Hem niet missen. Hij is voortdurend bij me. Ik heb het gevoel dat Hij mijn hand leidt tijdens het schilderen en dat Hij er achter staat.’
Wat hoop je door te geven
met deze vorm van religie?
‘Door
het ikoonschilderen ga je de bijbel beter lezen en dat maakt rijk. Maar ook
door een ikoon bekijken komt er veel los in je binnenste.’ Even is ze stil. ‘Het meest mooie zal zijn als er een
ikoon van mij in een kerk komt te hangen. Want daar horen ze thuis…’