Ik stuurde het gedicht naar broeder Frans Huiting met de vraag of hij wist of het hier om genoemde abdij ging en vooral wie deze mooie tekst dan had geschreven?
De dichter noemde zich Hans D. Wij beiden kenden een Hans D. maar bij navraag was het gedicht niet van hem. Het bleef een raadsel en het schoof naar de vergetelheid.
Onverwacht kwam de tekst tevoorschijn toen ik iets anders zocht in de dikke map van de Sint Paulus.
Deze plek lijkt me mooi om het voor altijd te bewaren. En daarbij ook het raadsel over welke abdij het hier gaat.
De stilte
Ik voel me goed in de stilte,
de lange kloostergangen,
waar iedereen eerbiedig zwijgt,
de oude koorbank in een hoek,
waar ik uren zit en kijk,
de statige binnenkapel,
waar de rust soms zeer doet in je hoofd.
Ik voel me goed tussen de boeken,
de kelders zijn volgepakt,
de sleutel geeft toegang tot het geheugen,
ik loop langs de oneindige rijen,
mijn vingertoppen raken versleten ruggen,
ik kijk wat en ik lees,
alles in me is verwondering.
Ik voel me goed met de weinige woorden,
vaak in het voorbijgaan uitgesproken,
het verplichte zwijgen tijdens het eten,
de eentonige stem die voorleest,
m'n ogen dwalen langs de oude balken,
een beeld kijkt op ons neer,
alleen het bestek 'spreekt'.
Ik weet wel dat dit de echte wereld niet is,
een rijksweg op een paar honderd meter,
winkels aan het eind van de straat,
in elk huis de tv die regeert,
m'n werk dat op me wacht;
maar die paar dagen in het jaar,
geniet ik er van!
Met dank aan Hans D.

