Kloosterkerkhof in Denekamp
Op een mooie stille septemberdag bezoek ik de Sint Nicolaasstichting in Denekamp.Rondwandelen en sfeer proeven van voorheen. Kwam ik voor het eerst in 1994 bij de zusters franciscanessen, het terrein is totaal veranderd. Er is afgebroken en herbouwd, en ook bijgebouwd. In de loop van de jaren heb ik het allemaal meegemaakt en steeds was ik weer onder de indruk van hun vooruitstrevendheid. Bewondering was er voor hun meegaan in alle veranderingen waar ze mee te maken kregen, zowel op kerkelijk als op maatschappelijk gebied. Hun godsvertrouwen en nooit aflatende zorg voor de lijdende mens, was ontroerend.
Als vanzelf loop ik naar het kloosterkerkhof. Het licht op onder een weelde van bloemen. Petunia's voeren de boventoon, ze dekken de zusters toe als een kleurige deken. Stilstaan, rondkijken en de zwartijzeren kruisen opnemen. Dan loop ik, als word ik er naar toe getrokken, regelrecht naar het graf van zr. Marie José. Een verlaat à Dieu, zo voelt het. Ze overleed in mei op de leeftijd van 91 jaar na een zeer arbeidzaam leven. In 1927 geboren in Beckum, deed ze in 1949 haar intrede in de Sint Nicolaasstichting, legde in 1952 haar eerste professie af, gevolgd door de geloften voor het leven. Ondertussen volgde zij een opleiding tot onderwijzeres in Amersfoort en ging vervolgens werken aan verschillende Meisjesscholen. Eind 1965 werd ze gevraagd voor de administratie van het provincialaat in Denekamp. Ze deed het met grote toewijding en nauwgezetheid. Ook droeg ze vanuit de liturgiegroep zorg voor de vieringen en feesten. Vanuit die periode ken ik haar. Een bescheiden en stille zuster vol zorg voor de ander. Wonderlijke toeval? Haar graf is naast de zesde statie van de Kruisweg, die weerskanten van het kerkhof staat. Op de robuuste zuil zie ik Veronica die het gelaat van Jezus droogt. Klein en fijn sieren begoniaatjes de plek waar ze rust.
Een zuster wandelt achter de rollator over de paden. Ik vertel haar over mijn band met het klooster, hoe mooi de begraafplaats is en dat ik net het graf van zr. Marie José heb bezocht. De zuster glimlacht; saamhorigheid. Ze is op weg naar het graf van haar zus, die na haar is ingetreden en een paar jaar geleden overleed. Samen zoeken we naar andere lieve bekenden. Zo sta ik voor het graf van zr. Damiane, ooit overste in Denekamp en later in Lochem. Ze werd door de jaren heen een fijne vriendin. Ook de anderen vind ik: zr. Paulino, een tikje rebels en heel creatief, zr. Tarzisa, zo blij toen ze kleurige kleding mocht dragen na afschaffing van het habijt. Zusterlijk naast elkaar rusten zr. Margareta en zr. Amandine; ze hadden de leiding over de huishouding.
Vanaf een bank neem ik de kloostertuin op. Een tuinman is bezig en iets verder wandelen twee zusters, licht gebogen achter hun rollator. Er zingen vogels als in een meerstemmig koor. Een pure lofzang.
Wandelend langs het Heilig Hart beeld, flitsend wit tegen groen geboomte, kom ik bij de kapel. De stilte proeven, toelaten en één worden met het 'niets'. Er hangt een geur van wierook, ook nu prachtig geschikte boeketten. Vanuit de stilte gaan mijn gedachten naar zr. Marie José. Boven de rouwbrief staat haar tekst: 'Wat in geen mensenhart is opgekomen, heeft God bereid voor wie Hem liefhebben. (1 \kor. 2, 9b) Een tekst zo passend bij haar, een mens intens levend en dienend vanuit verbondenheid met de Eeuwige...