Overbrugd

Overbrugd

donderdag 31 januari 2019




Sneeuw in Overijssel

  
 

Vandaag is het 31 januari, het is de dag van de Poëzie. En omdat er ook nog wat sneeuw ligt zocht ik een gedicht wat ging over de sneeuw. Het is van Adriaan Morriën (1912 - 2002) en hij voert ons mee door het besneeuwde landschap van Overijssel.

Vanmorgen lag de sneeuw op de velden
wit en blinkend in de nieuwe zon.
Ik wilde niet dat iemand mij vergezelde,
ik wilde alleen zijn met sneeuw en zon.

 


Ik daalde de heuvel af naar het oosten
waar het dorp met de straat langs de einder ligt.
Ik had niemand nodig om mij te troosten,
ik was zo vrolijk, zo sneeuwvloklicht.

Ik liet mijn blik langs de helling waaien
en bliksemsnel stuiven tot aan de kim,
de blinkende haan op de kerktoren aaien,
de fietsende boeren haalde ik in.




Toen ging ik het bos door, de donkere bomen
stonden besneeuwd en onwillig vermomd,
als was hun het vroegere luidzijn ontnomen
en zachter gestemd en bijna verstomd.

 
De wind woei er licht en nauwelijks bevroren,
de sneeuw lag nog vers en onontdooid.
Ik kon als ik stilstond het kraken horen
van 't bos, dat ik nimmer tevoren
zo somber gezien had en zo vermooid.




Een spar hield zijn mantel voorovergebogen
en luisterde gulzig opzij van de weg,
ik keek naar een berk als in vreemde ogen,
een sneeuwvacht viel zuchtend van de heg.

Uit:
Geen dag zonder gedicht
365 gedichten uit Overijssel