Overbrugd

Overbrugd

vrijdag 15 februari 2019


Seizoenviering 'Winter'in Bonifatiuskerk te Vries  


Het is zondag 27 januari en vanmorgen is in de Bonifatiuskerk de seizoenviering 'Winter'. Was de kerk de dag er voor nog toegedekt met een bescheiden laag sneeuw, na de regen van afgelopen nacht is alles winters grauw en zijn ongerechtigheden zichtbaaar.
Deze PKN gemeente viert de seizoenen. Zo hebben ze een lenteviering, een zomerviering, een herfstviering en nu dus de winterviering.


De dienstdoende ouderling staat onder de toren en begroet iedere kerkganger met een handdruk. We zoeken een plek en is men nog gehaast, in dit eeuwenoude kerkje met prachtige oeroude details wordt ieder vanzelf rustig. De kaarsenkronen branden, ze vertellen over sfeer en geborgenheid. Voorin de kerk staat een lange tafel met dingen die bij de winter horen. Schaatsen, muts en wanten, vogelvoer, maar ook een groot schapenvacht en een kruik. De organist speelt zacht,  ook deze gemeente heeft tijdens het orgelspel elkaar het nodige te vertellen. Dat hoort bij de protestanten, zo vertelde me ooit een rooms-katholiek pastor. Ik bekijk de liturgie, gevat in glanzende winterfoto's en meen beelden te herkennen van 'De Braak', een nabij gelegen landgoed. Op de laatste bladzijden van de liturgie staan zes prachtige wintergedichten.
Dan wordt het stil; de klok luidt, een mooi bronzen geluid. Predikant en kerkenraad komen binnen, de ouderling van dienst heet ieder welkom.
Een lid van de zanggroep leest het gedicht 'Winter' van Herman de Coninck:

Winter. Je ziet weer de bomen
door het bos, en dit licht
is geen licht maar inzicht:
Er is niets nieuws
zonder de zon.
En toch is ook de nacht niet
uitzichtloos, zolang er sneeuw ligt
is het nooit volledig duister, nee,
er is de klaarte van een soort geloof
dat het nooit helemaal donker wordt.
Zolang er sneeuw ligt is er hoop.

Aansluitend zingt de zanggroep de antifoon van lied 213 Morgenglanz der Ewigkeit (tekst en muziek van Heinz Lau 1925 - 1975), de gemeente neemt het over door vers 2 en 3 te zingen. Na de bemoediging en het drempelgebed volgt het openingsgebed. Dominee Bert Altena is de vaste predikant van deze gemeente. Hij heeft deze dienst met een enthousiaste groep voorbereid en zingen hoort er bij. 'Vieren is je hart verwarmen' en dat gebeurt vanzelf bij de tekst van Margreet Spoelstra op de melodie van Lied 527,  ' Adem, luister mee en zing, laat de stilte je omarmen.'
Dominee Altena praat met de kinderen en vraagt of ze genoten hebben van de sneeuw. Er komen verhalen, dan gaat het groepje met het Licht naar de eigen ruimte.


 
Prediker 3 wordt gelezen 'Alles heeft zijn tijd', een betere lezing is voor dit moment niet denkbaar. Krachtig klinkt lied 845 'Tijd van vloek en tijd van zegen', dan maakt de gemeente zich op voor de meditatie. Worden er nog pepermuntjes uitgedeeld?  Ik zie ze niet, maar mogelijk zit ik in de pepermuntloze hoek. Ds. Altena voert ons mee in zijn meditatie; hij filosofeert over het gelezen Bijbelgedeelte en vraagt zich af of het niet mooi is dit standaard te gebruiken in de seizoenvieringen. Twee keer wordt de meditatie onderbroken door de zanggroep terwijl op de beamer winterbeelden worden getoond. Het muzikaal intermezzo 'De winter' van Vivaldi is een fraaie afsluiting. We zingen lied  473 'Er is een roos ontloken', daarna volgen de gebeden en aansluitend de collecte. Ondertussen spelen drie gemeenteleden een prachtig stuk van Telemann. Uit volle borst wordt lied 83b als slotlied gezongen en volgt de wegzending en de zegen.
Ieder grabbelt in de garderobe naar jassen, dassen, petten en mutsen. Na veel zoekwerk vind ik mijn jas en neem lachend afscheid van Bert Altena. 'Blijf je niet warme chocolademelk drinken in het koor? ', vraagt hij. Ik vertel hem dat we andere verplichtingen hebben, maar beloof er de volgende seizoenviering bij te zijn. Sneeuwbeelden in de kerk? Buiten regent het, maar na deze dienst lijkt de grauwheid verdwenen...