Onderstaand gedicht bracht me bij de afgelopen zondag gehouden Nationale Holocaust Herdenking bij het Spiegelmonument in het Wertheimpark te Amsterdam. Ik volgde de herdenking op de tv en ontdekte dat er veel meer mensen aanwezig waren dan in voorgaande jaren. Niet verwonderlijk als je aan de afschuwelijke oorlog tussen Israël en Gaza denkt. Rutte en burgemeester Halsema schonken beiden in hun toespraak aandacht aan het oplaaiend antisemitisme. Indringend waren vooral de verhalen van kinderen over hun ouders en grootouders. Steeds weer nieuwe verhalen. In 2016 bezocht ik concentratiekamp Auschwitz en ook kamp Birkenau. Er zijn herinneringen die voor altijd in je geheugen gegrift zijn. Dit bezoek viel daaronder. Ik heb heel bewust op het perron gestaan in kamp Birkenau waar de gevangenen door een onverschillige knik van de wijsvinger van een Duitser werden geselecteerd. Vrouwen en kinderen naar de gaskamer, jongens en mannen naar het werkkamp. Wat ik lastig vond bij mijn bezoek aan het vernietigingskamp was dat op het plein voor de ingang veel bezoekers de gidstijden afwachtten en ondertussen broodjes en andere lekkernijen aten. Het was haast een genoeglijke vakantiesfeer.
Dit alles kwam boven bij het lezen van de laatste verzen van Wilmink en dan in het bijzonder de allerlaatste. Je zult maar ontdekken dat op foto's over de Tweede Wereldoorlog je vader of je opa staat en dan wel aan de 'verkeerde kant'. Of je ontdekt in de kaalgeschoren vrouwen je moeder of je oma. Het is goed dat Wilmink deze kant ook eens belicht. Het zette me aan het denken...
Op dit plein in Krakau hebben de Duitsers heel veel mensen opgepakt. Ik vond de sfeer loodzwaar. Op een bank een prachtig beeld van iemand die de geschiedenis voorbij ziet trekken. De plek is mooi gekozen: vlak voor een synagoge
************************************************************************************