Overbrugd

Overbrugd

dinsdag 12 maart 2024

Vaak denk ik aan mijn opa. Hoe hij zijn vrienden ontving en hoe ze dan samen keuvelden op de witte tuinbank onder de bloeiende perenboom. Ik probeerde de flarden van de gesprekken tot één geheel te maken. Maar altijd kwam ik weer uit op dat ene: vroeger was alles fijner en beter en het hedendaagse deugde niet. Dat was de lijn van de gesprekken. Ik begreep het niet, want ik vond het leven toen helemaal niet zo ingewikkeld. Mijn opa woonde bij ons in en was zeer belezen. Hij volgde de politiek op de voet. Wanneer op zondag de maaltijd voorbij was, liep hij zo snel als hij kon met zijn stok naar zijn kamer om toch maar geen woord te missen van politicus Hilterman. Deze besprak de toestand in de wereld. Ach meneer Hilterman, je had onze hedendaagse politiek niet meer in dat ene kwartier kunnen belichten. Het brandt in de wereld op diverse plekken, dan heb ik het nog niet over plekken die binnen niet al te lange tijd zullen gaan branden. En alles heeft te maken met grondhonger en met honger naar macht. Mensenlevens tellen niet meer. Door kogels of door honger, het zij zo. De journaals tonen verwoestingen en zoveel intens mensenleed. Geen familie ontkomt aan rouw...

Opa leeft niet meer, zijn vrienden ook niet. Maar vaak denk ik aan ze en dan voel ik iets zachts. Omdat de mensen niet veel hadden, maar tevredener waren. Zoals opa die een bandrecorder bezat en preken op nam. Hij was handig. En als zijn vrienden dan kwamen, trokken ze zich terug in de kamer van opa en luisterden ze naar de galmende stem van de dominee en de strenge uitleg van de bijbel. Soms zongen ze de psalmen mee. Niet stemvast, maar wel vol overgave...

 



 

De bovenste foto toont het interieur van de kerk zoals mijn opa en zijn vrienden die gekend hebben.

De foto daaronder laat de kerk zien na een ingrijpende restauratie...

 

************************************************************************************

Verstarde vingers

 

Ik speelde met Klaas accordeon
in de zomeravondzon.
De stoelen werden buitengezet, 
de kinderen hoefden nog niet naar bed,
de bierflessen gingen onder de kraan,
want een koelkast had niemand nog staan.

Terwijl een buurvrouw pinda's pelde
was er een concert voor heel de buurt:
Zie ik de lichtjes van de Schelde...
Ik heb een huis met een tuintje gehuurd.

Hij leerde me toen de wisselbas
en daarna wat majeur was.
Ik speelde wondermooi met hem,
Klaas deed er zo teder de tweede stem,
een buurman vertelde een oeroude grap
en de buurvrouwen lachten zich slap.

Ben je in Rotterdam geboren...
Daar in dat hutje bij de zee...
Er liet zich ook een merel horen
en zelfs de bijen zoemden mee.

Klaas woont daar nog wel, maar niemand hoort
in de avond een accoord:
de reuma werd al zijn vingers te sterk,
zijn instrument is al lang zonder werk.
Laatst kwam-ie me vragen: 'Speel jij wat voor mij
en de tweede stem denk ik erbij.'

Ik speelde van Mooie ouwe toren,
ik speelde ook een valse musette,
ik liet de Parelvissers horen,
ik speelde solo een droevig duet.

Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk