Overbrugd

Overbrugd

donderdag 4 april 2024

Dit is een schilderij van de schilder Ben Viegers.(1886 - 1947). Hij werd in Den Haag geboren als zoon van koetsier Petrus Viegers en van Johanna Hulzing en veel van zijn werk is te zien in het Noord-Veluws Museum te Nunspeet. Altijd weet hij mij weer te ontroeren. Door de puurheid, door de trefzekerheid, door ogenschijnlijk onbetekenende taferelen. Onderstaande boerderij brengt me weer thuis in het dorp waar ik ben geboren en waar ik opgroeide. Een voorhuis, daarachter de stal en op de voorgrond de eenvoudige hooiberg. Zo zag een boerenerf er uit. Ik denk dat dit schilderij is gemaakt in de vroege wintermorgen. De geur van mest lijkt er rond te zweven. Met opzet schrijf ik: de geur. Want zo was het voor mij, een geur die vertrouwd was. Geen stank. Er waren toen geen problemen met mestoverschot. Zoals Trouw gisteren een paginagrote foto publiceerde van alleen maar mest overblijfselen. En keek je met een half oog en las je de onderstaande tekst nog niet, dan leek het zowaar een modern stilleven. Terug naar het schilderij. Achter de hooiberg ligt een kapot hek en er lijken ook de resten van een wagen te liggen. Sneeuw verbergt de ontluistering. De wintervoorraad hooi is al aangesproken. In de stal staan de koeien en eten in alle rust van het hooi wat voor hun ligt. De boer leegt emmers met melk in grote bussen, want het is een schilderij uit de tijd dat er nog geen melkmachines waren. Af en toe slurpt een koe uit het drinkbakje naast elke plek. Heerlijke rust tussen de warme koeienlijven. In het woonhuis is de boerin bezig met het ontbijt. Ze snijdt brood en zet alvast koffie. Ze zal naar buiten kijken door de kleine ramen en even genieten van die prachtige ochtendlucht. Straks komt de boer met zijn helpers. Ze nemen de rust van de stal mee en houden hun wereld klein. Gelukkige wereld...

 

 

***********************************************************************************

Huwelijksreis 

 

Het leven in de dalen
staat voor een nieuw begin,
dus moeten wij gaan dwalen,
de verre velden in
om daar te gaan bekijken
met een verliefd gemoed
of de bloesems al wat lijken
en hoe het gras het doet.

Als op de verre wegen
al 't zichtbare vervaagt,
zien wij de gouden regen,
hoe die zijn mantel draagt
en wij gaan vol verwachten
en vol van buitenlucht
getweeën overnachten
in een liefelijk gehucht.

Dan geuren de seringen,
als het avond wordt en koel
en zal een merel zingen
met menselijk gevoel.
Een plek om te logeren
vind ik dan zeker wel:
we gaan een bed proberen
in een aardig dorpshotel.

- Voordat jij méér gaat zeggen,
denk hier eens over na:
hoe denk je 't aan te leggen
bij de boerenhoreca?
Wat trekt men voor gezichten
als jij je aankomst meldt
en zomaar voor twee nichten
bed en ontbijt bestelt?

Willem Wilmink
Een eigen Hooglied
Uit: Verzameld werk