Overbrugd

Overbrugd

donderdag 25 april 2024

Ik kom uit een raar gezin. Vader, moeder, drie kinderen waarvan ik middelste was. Opa was alleenstaand en bij ons in getrokken. Verder waren er ook altijd kostgangers. Dat maakte het gezin tot  een veelkleurige club, die allerminst eensgezind was. Ieder volgde zijn eigen koers. Een beetje als los zand. Bij de maaltijden kwamen we elkaar weer tegen. Die maaltijden duurden nooit lang, want door het boerenbedrijf was er altijd haast. Zelfs op zondag. Iets afleren is moeilijker dan iets aanleren. Ik hoorde Tommy Wieringa onlangs over zijn moeder praten. Hoe slordig en chaotisch ze was en hoe ze altijd korte commando's gaf aan haar kinderen als iets moest gebeuren. Hij vertelde smakelijk, maar ik herkende er iets in en dacht: 'Ook jij had dus zo'n moeder. Met jou zou ik wel eens graag wat verder praten. Stond mijn opa doorgaans op als laatste bij de maaltijden vanwege zijn stijfheid, op zondag verliet hij als eerste de tafel. Alles had hij snel naar binnen gewerkt, maar toen kwam ook nog het bijbellezen en danken. Was dat allemaal achter de rug, dan stond opa al, ondanks zijn stijfheid. Hij liep met zijn stok haastig, heel griezelig, naar zijn kamer en even later schalde de stem van politiek commentator mr. G.B.J. Hiltermann door het hele huis met zijn visie in het programma 'De toestand in de wereld.' Hoe zou nu de visie zijn van deze Hiltermann? De politicus zou er een dag over kunnen praten! Soms heb ik het hierover met mijn broer. Hij weet nog meer details, die mij destijds ontgingen, maar die ik nu koester. Hoewel soms met verbazing. Maar steeds vaker gaat die verbazing over in een glimlach...

 


In ons dorp bloeit overal in gemeenteperkjes deze plant. De naam is me onbekend, maar het is een lust voor het oog, een echte blikvanger...

 

************************************************************************************

Dubbelgedicht 

 

Een oude vrouw, die ik hier zag:
met ogen, stralend als de dag,
ogen, waarin het teerste leeft
van wat ze ondervonden heeft.

Zij draagt geen parels, geen juweel:
aan valse schijn had zij geen deel,
maar zij is zuiver als een glas,
alsof ze zo geboren was.

Nu zijn de stormen wel voorbij
en komt ze in een wintertij
waarin nog iets van lentelicht
speelt om haar geestige gezicht.

Een oude man, die ik hier zag:
het voorhoofd zo stralend als de dag.
Een man die ooit, van jongsafaab
gevochten heeft om zijn bestaan.

Voor zijn geaardheid nog bevreesd,
is hij een tijd getrouwd geweest
omdat men toen van mening was
dat het dan wel vanzelf genas.

Nu zijn de stormen wel voorbij
en komt hij in een wintertij
en zegt hem de herinnering:
't was alles goed, zoals het ging.

Willem Wilmink
Een eigen Hooglied
Uit: Verzameld werk