Overbrugd

Overbrugd

donderdag 11 juli 2024

Ach ach, het Oranje elftal heeft verloren! Van Engeland. Na een manmoedig gevecht! Toch knap, vooral die jonge keeper maakte indruk...

Vorige week keek ik naar het regeringsdebat in de Tweede Kamer en kon mijn ogen en vooral mijn oren nauwelijks geloven. Wat een 'modder' kunnen mensen naar elkaar gooien. Geert Wilders kon het beste gooien en ik dacht: jullie wilden toch een extra-parlementair kabinet? En dit krijg je dus: Geert Wilders is de Geert zoals wij die kennen en die heeft zijn oude rol weer hernomen! Van minister Marjolein Faber krijg ik kippenvel en de domheid straalt van het gezicht van minister Fleur Agema. Ooit zei Wilders dat Sophie Hermans de tassendrager was van Rutte, Dat is Agema voor Wilders. Hulde voor Schoof, wijs en volwassen, dat was zijn houding tegenover een 'kleuterklas'.

Een gewoon verhaaltje. Vorige week wilde ik met de sprinter naar Assen, iets wat ik al 14 jaar doe. Ik kwam op het perron en de trein, die altijd klaar staat, stond er op dat moment niet. Er was iets aan de hand bij Meppel, dus ook de 'Friese tak' reed niet. Ik belde naar mijn maatje, over een uur zou hij op het Stationsplein in Zwolle staan, met de auto. Dus wandelde ik naar een bank vanwaar ik goed zicht had op het toestromend verkeer. Er kwamen een blinde jongen en een meisje naast me zitten. Het was geen stel, zo merkte ik op uit hun gesprek. Belangstellend vroeg ik of zij ook gestrand waren. Dat klopte. Hij haalde een trommeltje tevoorschijn en eerst dacht ik dat hij de broodkruimels bij elkaar veegde uit netheid, maar nee, het was een stickie. Hij ging even verderop staan om mij met zijn roken niet te belasten. Het meisje hielp hem, kwam toen weer naast me zitten. Ik keek naar haar kleding en vroeg of ze het niet koud had. 'Nee hoor', gaf ze kwiek antwoord, 'ik heb vanmorgen mijn kniekousen aangetrokken.' Het waren dikke zwarte kousen die tot halverwege het dijbeen reikten. Daarboven zat iets net-achtigs en toen ze ging staan zag ik een zeer klein roesje dat kennelijk de rok was. 'Loopt dat gemakkelijk?', vroeg ik, en wees naar haar schoenen met enorm dikke zolen. Ook dat was geen probleem want ze had geen holtes onder de voeten, het liep zalig. Ik zweeg. Ze had een hart van goud want het begon zachtjes te regenen en ze haalde haar pluutje tevoorschijn, zodat we daar samen onder konden zitten. Het was heel lief, maar ik wilde de benen strekken en liep naar de hoofdingang van het station. Daar stond een donker getinte jongeman, hij droeg een wollen muts, daaronder een koptelefoon en hij had een zonnebril op. Kraag omhoog, dik jack en hele dunne beentjes. Hij zong en maakte allerlei danspassen. In zijn handen had hij een boekje en ik zag dat daar geschreven teksten in stonden. Hij bleef zingen en springen en de bewakers van het station deden een paar passen na. Het was een rookplek en dat merkte ik toen pas. Iets verder zat een dame op een stoeltje, ook zij was gestrand. Het regende en regende. Toen zag ik de rode golf en met verstijfde benen vanwege het staan snelde ik naar de auto. Wat een weelde, in de auto. De blinde jongen zat weer op het eerder genoemde bankje, het meisje was weg. We stopten en ik vroeg of hij wel in huis kon komen, zo niet dan kreeg hij van ons een lift. 'Nee hoor, heel fijn dat u dit aanbiedt, maar ik word ook gehaald.' 

Zomaar een ontmoeting, even mocht ik in de wereld kijken van een zeventienjarig meisje en een iets oudere jongen. Die twee jonge mensen weten nu al hoe je met mensen omgaat....

 


 ************************************************************************************

Watergraafsmeer, zo slecht nog niet 

 

Watergraafsmeer, zo slecht nog niet,
wanneer je 't achteraf beziet: 
de woningen in goede doen
en overal ruimte en groen.
Mijn vader praatte met de vrouw
die mij de kost daar geven zou
en ook een kamer, groot en schoon.
Ze had een dochtertje en een zoon,
sinds deze zomer vaderloos.
Mijn kamer, die mijn vader koos,
waar ik 's nachts de stemmen heb gehoord
uit speakers op het Muiderpoort
en dan zo graag naar huis wou gaan:
honderd mijl was dit hiervandaan.
 
Het heimwee was begonnen met
een groot verjaardagspostpakket
met enveloppen, briefpapier
voorzien van mijn adres alhier.
 
Willem Wilmink
25 oktober 1954
Uit: Verzameld werk