Overbrugd

Overbrugd

zondag 7 juli 2024

Mijn  maatje zong dat hij het leven op dit moment een acht-en-half gaf en ik was het met hem eens. Het zonnetje scheen en we hadden een mooie wandeling uitgezocht op het Balloërveld. Dat prachtige stuk natuur in noord-drenthe heeft meerdere ingangen. Deze was voor ons onbekend, maar dat maakt het nog spannender. Al meteen bij de start kwamen we op een plankier terecht van vele honderden meters, aan weerszijden was het moerassig, helder water, bijzondere planten en laagvliegende insecten. Het had afgelopen nacht flink gehoosd en alles was schoongewassen. Ik zong 'De paden op, de lanen in' en de vogels leken mee te doen. Het 'houten pad' hield op en we volgden de paarse paaltjes die uitnodigend naar een mulle zandweg wezen. Onverklaarbaar dat er niets terug was te vinden van de enorme plensbuien een paar uur geleden. Het was eenzaam op het Balloërveld, er stond een fijn windje en de luchten waren nog vol beweging. Door het zonlicht werd alles nog woester. Ik moest denken aan 'De Woeste Hoogte' van Emily Brönte. Het mulle pad veranderde soms van richting, soms was er een tweesprong of een driesprong. Dat betekende opletten, want er liepen verschillende wandelingen door elkaar, allen met paarse paaltjes Steeds als we dachten, nu moeten we toch echt naar links omdat in die richting de parkeerplaats lag, gaven de paarse paaltjes het tegendeel aan. Dat voelde onbehaaglijk. Het zingen was voorbij,we begonnen te sloffen en de eerste regendruppels vielen. Geen regenkleding, want volgens buienradar zou het pas begin van de middag gaan regenen. We overlegden: op goed geluk toch de richting inslaan waar het startpunt van de wandeling moest liggen of nog even doorgaan. We kozen voor het laatste. Een paar wandelaars haalden ons in, zij liepen het Pieterpad en konden ons niet raden. Hele taferelen ontvouwden zich in mijn hoofd: we waren onvindbaar, dodelijk vermoeid lagen we ergens in de hei, zonder proviand. Ik keek schichtig naar een waterplas van afgelopen nacht. Desnoods op de knieën water drinken, want zonder water ga je er zeker aan. We schuilden onder een dikke struik voor de laatste ferme druppels van de bui. In de verte was een torentje te zien en in de rimboe zagen we zowaar een huis. We liepen door weiland, klommen over schrikdraad en stonden zomaar bij iemand achter het huis. Het zag er heel leuk uit en er bleek gelukkig iemand thuis te zijn. We klopten op het raam en de bewoner, een heel aardige meneer, deed open en hoorde ons aan. Het torentje was van Rolde en dat was een eind van het startpunt in Loon. En zie, het is zoals A.J. Klein zei: 'De meeste mensen zijn aardig.' Hij bracht ons in zijn auto, een Jaguar (!) naar onze auto in Loon. Onderweg passeerden we de twee wandelaars van het Pieterpad. Ze herkenden ons en keken heel raar. Al pratend bleek dat onze redder-in-nood mensen kende, die wij ook kenden. Hij vertelde vaag iets over kunst. 's Avonds keken we op internet en bleek dat we bij een heel bekende kunsthandelaar in de auto hadden gezeten. En de bewuste wandeling? We denken te weten waar het fout is gegaan en willen het nog een keer lopen...

 

 


Bovenste foto: hier moet het mis zijn gegaan...

Onderste foto: levensreddend water...

**********************************************************************************

Wij fietsten met een groep van zes of acht 

 

Wij fietsten met een groep van zes of acht
door de beginnende septembernacht
naar een meid op de boer uit onze klas
die een feest gaf omdat ze jarig was.
Zo'n vijftien kilometer was het wel.
Wij fietsten overdag behoorlijk snel,
maar nu heel kalm, het landschap toegewijd.
Voelden wij allen de saamhorigheid
die ik toen voelde en dat iets moois begon,
dat alleen nog mooier worden kon?

Willem Wilmink
september 1953
Uit: Verzameld werk