Overbrugd

Overbrugd

woensdag 24 juli 2024

Met groot vertrouwen zie ik Kamala Harris een gooi doen naar het presidentschap van Amerika na het zich terugtrekken van Joe Biden vanwege gezondheidsklachten. Ik denk dat het haar gaat lukken de strijd met Trump aan te gaan en ook nog te winnen. Zet 'm op, Kamala!!

Iets heel anders. Bij het opruimen van allerlei knipsels en wetenswaardigheden kwam ik het overlijdensbericht tegen van mijn vroegere leraar Duits, Jolle Stoffelsma. 'Ach', ik zakte op de bank en las de berichtgeving meerdere malen. Er stond boven: 'Ich bin nicht weit weg, ich bin nur auf der andere Seite'. Ik kende deze tekst, het zijn woorden van kerkvader Augustinus en ik houd het mezelf op gezette tijden voor als een dierbare dit 'tranendal'  heeft verlaten. Vier jaar was hij mijn leraar Duits tijdens de Mulo tijd (Marnix) in Zwolle. Ik heb genoten van zijn ontspannen manier van lesgeven, hij heeft ons nooit overladen met huiswerk, hoewel ik toch een mooi examencijfer haalde.

Eén voorval staat nog duidelijk op mijn netvlies. Het was in 4 B, de examenklas voor het B-diploma. De groep bestond uit twaalf jongens en drie meisjes, terwijl de hele vierde klas bestond uit ca. 90 leerlingen. Stoffelsma zat wat lui achterover en gebruikte zijn stem boven zijn normale stemgeluid. Mijn hartsvriendin zat vòòr me en ik blies in haar nek mijn mening: 'Moet je nu eens zien, het is net een viswijf!' Mijn vriendin schoot in de lach en hield niet meer op met lachen! Stoffelsma merkte het op en zei: 'Jullie blijven in de pauze.' Zo stonden we later achterin de klas met ons drietjes. Hij voelde nattigheid en nodigde me uit te vertellen waarom mijn vriendin zo moest lachen. Toen begon Henny, zo heet ze, te roepen: 'Niets zeggen joh, zeg toch niets!' Stoffelsma zei: 'Kijk daar heb je het weer. Zeg het maar Aly!' Twee paar ogen keken me aan, het ene stel uitnodigend het andere stel ogen bezwerend. Ik wachtte even en zie toen plechtig: 'Ik kietelde Henny.' Twee nieuwe gezichtsuitdrukkingen: het ene opgelucht, de andere ogen, die van Stoffelsma, keken vol ongeloof. Met dat antwoord kon onze leraar Duits niets, want het was raar te vragen 'Waar dan?' Hij liet ons gaan, maar zijn ongeloof voelde ik niet alleen in de rug, maar nog vele dagen er na. Maar toch, beste Jolle, je mocht 87 jaar op dit ondermaanse verkeren en ik denk met heel veel waardering aan je...

 


 

Marnix Mulo in Zwolle. Bovenste foto: In het uiterste lokaal links boven speelde het incident af

Onderst foto: interieur van de hal

 ***********************************************************************************

Ziek jongetje 

 

De dood was in mijn kamer op bezoek.
Men bood geen stoel aan. Hij stond in een hoek,
onzichtbaar, goedig. Onze buurman zei
iets tegen opa. Opa... huilde hij?
 
Buurman vroeg zachtjes: 'Weet je wie ik ben?'
'Maar waarom dacht u dat ik u niet ken?'
Twee of drie dokters bij mijn bed. Ik zag
in hun gezicht dat ik op sterven lag.
 
Mijn trouwe kamer was vervuld van schrik:
iedereen was doodsbang, behalve ik.
Toen streek de dood me teder en heel vlug
door 't haar en gaf me aan het leven terug.
 
'Maar door de vriendschap die ik met je sloot,
zul je een rare blijven,'zei de dood.
 
Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk