Overbrugd

Overbrugd

maandag 30 september 2024

Mijn lieve buurvrouw Lien had weer een nieuw nummer van 'Oud Meppel' bij mij in de bus gedaan. En dat is voor mij altijd een feestje. Mijn lief is er geboren en opgegroeid en de eerste jaren van ons huwelijk woonden we er letterlijk en figuurlijk dicht bij de hemel. Twee dochtertjes werden daar geboren en zie toen onlangs de oudste vertelde dat ze weer eens lekker door dat leuke stadje had gelopen, ontroerde me dat! Oude liefde roest niet. 'Oud Meppel' is inmiddels 46 jaar oud en het zeker ook te danken aan Jaap Klinkers, al jaren eindredacteur. Een paar jaar geleden publiceerde hij nog een artikel dat ik geschreven had over mijn tante Jantje, een zeer dappere vrouw. Ik maakte een beker koffie en kroop met het blad op de bank, samen met mijn rode kater Abel. Het was meteen raak: de eerste bladzijden gingen over de in 1969 op 55 jarige leeftijd dokter Ad ten Cate, een zeer gezien vrouwenarts verbonden aan het Diaconessenhuis in Meppel. Ik las het artikel genietend, maar toch met een ondertoon van heimwee naar die prachtige tijd. Er stonden ook foto's bij en ook een tekeningetje gemaakt door dokter Brederode, een zeer bescheiden chirurg en collega van Ten Cate. Het bracht me terug naar de jaren in het Diaconessenhuis. Ik werkte als analiste op het Klinisch Chemisch Laboratorium. Met mij  nog zeven andere jonge meiden, die net als ik, onverzadigbaar waren wat koffie en brood betrof. Achteraf begrijp ik dat de artsen graag bij ons kwamen en even een kopje meedronken. Zo noemde dokter Kleibeuker ons: 'De volière', heel treffend!  Met een prikbord vol met flesjes en pipetten, zelfs de watten en de etherfles ontbrak niet, danste ik haast de trappen op. Het leven was toch prachtig, vooral als je twintig bent. Dokter Ten Cate daalde van de trap af, bleef staan en zei: 'Dat lintje en je ogen, hetzelfde blauw.' Het klopte, in mijn opgestoken kapsel droog ik vaak een lintje dat kleurde bij mijn kleding. Ik was al een aantal jaren weg toen we bij mijn schoonouders over het onverwachte overlijden van dokter Ten Cate hoorden. Tijdens een jubileumfeest van de twee chirurgen zou hij spreken in Hotel Waanders in Staphorst. Midden in de speech zakte hij in elkaar...  Een gulle man, met een daverende lach, leeft nog steeds voort in de herinnering van velen. En terecht!

Aanvulling:

We hadden op het lab een prachtig wekkertje, dat gebruikt werd om de tijd in minuten en seconden te kunnen noteren bij bloedingstijd en stollingstijd. De wekker kwam nostalgisch over en misschien was het dingetje ook al oud. De bloedingstijd werd gedaan via een capillair. Die hadden we vooraf getrokken van kapotte pipetten. Door het glas in de vlam te houden en dan meteen te trekken kon je een mooie capillair trekken, die dan gebruikt werd om de bloedingstijd bepalen. Iedere keer een stukje van de capillair afbreken totdat er een draadje ontstond. We drukten dan snel de stopknop van de wekker in. De stollingstijd gebeurde door patiënten in het oor te prikken en met een filterpapier net zo lang de bloeddruppels op te vangen totdat het bloeden stopte. Op een zaterdagmorgen kwam dokter Ten Cate het lab binnen voor wat uitslagen en zag toen het wekkertje. 'Kijk', riep hij helemaal blij, 'hier ben ik naar op zoek. Het is een zeer praktische wekker die ik goed kan gebruiken bij de paardenrennen.' Ik zei gul:'U mag deze wekker lenen, maar hij moet echt weer terug!' Hij beloofde het met de hand op zijn hart. Het wekkertje is nooit meer teruggekomen...


 


Bovenste foto: dokter Ad ten Cate

Onderste foto: tekening gemaakt door dokter Brederode

 

***********************************************************************************

Accordeon

 

Hij had zijn huiswerk goed gedaan
en toch kreeg hij een 2.
Hij gordde zijn Scandalli aan,
die hielp hem steeds weer uit de puree.
Hij speelde slechts in C.

Al scheen ook nergens meer de zon,
toch speelde hij accordeon,
zo mooi als hij maar kon.
Een psychiater had hij niet,
hij nam genoegen met het lied
van zijn accordeon.

Hij schreef voor menig vrouwspersoon
studentenpoëzie
en kreeg hij enkel spot en hoon,
dan speelde hij vol fantasie
de Roverssymfonie.

Al scheen ook nergens meer de zon,
toch speelde hij accordeon.

En toen zijn vrouw niet trouw meer was,
verliet hij haar voorgoed:
te samen met zijn tachtig bas
en ook nog twee stel ondergoed
de toekomst tegemoet.

Als scheen ook nergens meer de zon,
toch speelde hij accordeon.
 
Eens komt hij bij de hemelpoort
en klopt er spelend aan
en Petrus heeft hem al gehoord
en spreekt: 'Gij moogt naar binnen gaan,
maar laat die trekzak staan.'

Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk