Overbrugd

Overbrugd

dinsdag 10 september 2024

Zondagmorgen, 8 september. Het is nog heel vroeg. Maar juist dat stille uur geeft een geluksgevoel. Ik kijk naar de overkant: stilte, geen voorbijgangers met hun hond, geen fietsers, geen auto's. Stilte.Dit is Vries. In mijn dorp en het aan de overliggende van de rivier gelegen stadje beieren nu de kerkklokken om het hardst. Door elkaar heen, lichte klanken, zware klanken, bronzen klanken, maar allemaal lijken ze te roepen: 'Kom dan, hier wordt de echte boodschap verkondigd.' En de gelovigen zoeken hun eigen kerk, hun wegen kruisen elkaar. Een goedemorgen zal nog klinken, maar daar houdt het ook mee op. De hoed wordt nog wat vaster op het hoofd geplant of triomfantelijk in een plastic tasje meegevoerd. In Vries is maar één kerk: de Bonifatiuskerk. Er zijn geen concurrenten. De hoed heeft men daar allang naar de kringloopwinkel gebracht. Deze dorpskerk mag zich de oudste van de provincie Drenthe noemen. Haar beieren is bescheiden en liefdevol: de mensen komen heus wel. Tenminste als ze behoefte hebben aan een stichtelijk woord, of aan een prachtig lied, of aan mooi orgelspel...

Geen blauwe lucht boven ons, maar een glanzend groen dak van de dakplataan met hier en daar een geel blad. De herfst is in aantocht. Een rustmoment om te bezinnen, een rustmoment om toch weer met moed de week in te gaan...

Gisterenavond nog even de berichten van whatsapp gelezen. Ja hoor, consternatie. Op de buurtapp blijkt dat een paar huizen van mij vandaan een bejaarde alleenwonende dame is bestolen. Het verhaal  vertelt over nep agenten die zogenaamd kwamen kijken of het huis wel inbraakveilig was. Ze heeft ze binnengelaten...

Het past bij onderstaand gedichtje, waar iemand zomaar een beertje van een graf heeft weggenomen. Het trouwe makkertje van een gestorven kindje. Wilmink heeft hier vast over gehoord en zijn verontwaardiging in woorden weergegeven. Ik herinner me dat ik een bronzen engel op het graf van mijn lief wilde zetten toen ook dit soort verhalen de ronde deden. Ik lag er 's nachts van wakker. Op zo'n stil uur komen vaak de beste oplossingen. Ik liet een engel graveren in de voet van het Kruis. Maar nog niet zo lang geleden was wel het lantaarntje weggenomen en een aftands dingetje er voor in de plaats gezet. Ik heb nog vele keren langs de graven gewandeld op zoek naar ons lantaarntje. Het is weg en staat nu op een ander graf. Gestolen Licht! Hoe bedenk je het. Op die nieuwe plek zal het licht geen boodschap hebben, het zal minder warm branden. en uiteindelijk doven...

Zomaar wat gemijmer vanonder het beschuttende dak van de plataan...

 


 



 

 **************************************************************************************

De gestolen teddybeer 

 

Ik ben een meisje van zes jaar
en groter wordt ik ook niet meer,
want ik ben dood. En op mijn graf
zat tot vandaag een teddybeer.

Maar ik heb nu zo'n koud gevoel
als ik nooit eerder heb gehad,
want iemand heeft mijn teddybeer,
mijn beertje van mijn graf gejat.

Nu ga ik zoeken in de nacht
totdat ik straks de dader vind,
totdat ik zie hoe mijn lief beest
in bed ligt bij een ander kind.

Die zal nog niet gelukkig zijn:
die pak ik dan mijn beertje af,
die vuile dief gaat hand in hand
met mij naar 't kerkhof met mijn graf.

De ouders vinden een leeg bed
en zijn uitzinnig van verdriet
en waar hun kind gebleven is,
dat weet ook de politie niet.

Er komen koppen in de krant
dat er opeens een kind verdween,
maar waar dat kind gebleven is,
weet ik alleen.

Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk