Overbrugd

Overbrugd

dinsdag 26 november 2024

Heb ik wat met het getal zestien? Of heeft het getal zestien iets met mij? Ik was zestien, toen ik schik in het leven begon te krijgen. Het was een periode van ontdekken, een periode van baldadig zijn, een periode van diepe gesprekken voeren..

Zestien jaar was ik bezoekdame van het tehuis waar verstandelijk gehandicapte jongeren verbleven. Niet alleen onze gemeenteleden kregen met verjaardagen een presentje van onze kerkelijke gemeente, ik kocht voor alle bewoners een kleinigheid. Er verbleven zeker twintig personen, dus ik liep regelmatig met een presentje naar het tehuis. Daar tussen door kwam ik regelmatig en de leiding zei dan opgetogen: 'Fijn dat je er bent, misschien wil jij wel even oppassen?' Onze predikant riep op een gegeven moment: 'Nu is het mooi geweest, wij zitten om je te springen in diverse werkgroepen...

Zestien jaar was ik medisch secretaresse van de chirurgen in het toen nog Sophie Ziekenhuis in Zwolle. Ik heb de fusie meegemaakt met ziekenhuis De Weezenlanden. Opeens werkten we in de Isala Klinieken Zwolle. Het team bestond uit de Sophia tijd uit zes chirurgen en ik werd door die kerels op handen gedragen. Soms vroegen ze: 'Heb je nog wat leuks geschreven waar wij door getroost worden?' Dan zei ik plechtig: 'Ik zal eens even kijken. Er is vast nog wel een kloosterartikel en dat lijkt me op dit moment heel geschikt om te lezen.' Later kwamen de chirurgen van De Weezenlanden er bij en werd het een grote groep. Het zal zeker een generatie duren voor dat één hechte groep wordt...

Zestien jaar werkte ik in het ikonenmuseum als vrijwilliger. Het was bijzonder want tussen de heiligen die ons gadesloegen vanaf de muren, waren wij wel mensen van vlees en bloed. En er gebeurde veel. Er kwam een restaurantje in het atrium. Bezoekers konden kiezen uit koffie, thee of limonade. Er kwamen dure bonbons, 1 euro per stuk, die ik met een tangetje en handschoenen aan moest pakken. Er was zelfs de mogelijkheid gebak te bestellen. Dan belde de huismeester naar de nabij gehuisveste banketbakkerszaak en vloog ik naar de bewuste bakker. Vervolgens rende ik terug met twee taartjes in een zakje, passeerde de twee bezoekers die op koffie en traktatie wachtten en bracht al na hijgend  op een blaadje koffie + gebak. Het werd steeds ongezelliger, veel vrijwilligers waren vertrokken en toen ook Ruud verdween, was er voor mij niets meer aan. Bij Ruud was het de bekende druppel, hij had 'tuthoela's geroepen naar de ruggen van de directeur en de onderdirecteur. Juist op dat moment keken ze om.. Met vier zwaargewichten namen we afscheid tijdens een lunch. En ik kon het niet laten, ik las mijn afscheidsbrief voor. De hoofdmoot was voor mij dat er nog weinig bekenden werkten, alleen Ruud was er nog, tot ook hij verdween. Dacht ik voorheen: 'Wat een rare vogel is dat?' Na verloop van tijd raakte ik zeer gesteld op deze bijzondere mens en zag hem als een 'gouden vogel'. Zijn vertrek luidde ook mijn vertrek in. Nog zie ik de gezichten van de leiding...

Nu zit ik al weer vier jaar als gastvrouw op de begraafplaats. Dat zal zeker niet zestien jaar duren, ik denk dat ik er dan al wel lig. Een mooie groene tuin, bij mijn echtgenoot en bij vele vrienden...

 


 

***********************************************************************************

Japie

 

Ik liep met Japie alleen in de nacht
omdat ik door Japie naar huis werd gebracht
en ik zei: wij twee met de mensheid bewogen
door één, Jaap, door één groot mededogen - 
zo sprak ik tot Jaap in de nacht.
 
Ik liep met Richard alleen in de nacht
en ik sprak zoals hij dat van vrouwen verwacht:
ik ben een beetje tipsy, merk je het aan me,
lach niet, zo lach je niet tegen een dame,
kijk liever naar de maan, hij ligt apachtisch in de gracht -
zo sprak ik tot Richard in de nacht.
 
Ik liep met Brammetje alleen in de nacht
hij vroeg me wat ik zo heel stilletjes dacht
en ik zei: ik ben eigenlijk klein en naïef,
bescherm me een beetje, ik heb je zo lief,
ik geloofde het zelf in de nacht.
 
Ik liep in mijn eentje alleen in de nacht
ik werd door mezelf naar huis gebracht
en ik dacht: ik weet niet wat ik zeggen moet
wat moet ik geloven vannacht?
 
Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk