Overbrugd

Overbrugd

maandag 17 februari 2025

Ik nam de sprinter naar Assen en toen ik zat haalde ik de Max-gids uit de rugzak. Voordat ik begon te lezen keek ik nog even rond. Het zag er zowel op het perron als in de trein rustig uit. We gleden Zwolle uit, het buitengebeuren zag er groen en somber uit. Ik las. Jan Slagter zou zeggen: 'Kijk dat is nu aardig, iemand in de trein kijkt niet op de mobiel maar leest. En ook nog eens in ons blad.' Er stond genoeg in, prietpraat, heel geschikt voor in de trein! De trein stopte in Meppel, ik las. De trein stopte in Hoogeveen, ik las. En net toen ik dacht 'laat ik eens kijken waar we zitten' deed ik een ontdekking. Het groene buitengebeuren was hier smetteloos wit!! Kijk, dat was het: besneeuwde velden. De gids werd in de rugzak gestopt, niks Jan Slagter, maar zeldzame sneeuw! Het bedekt alles wat lelijk is en zo wordt alles mooi. Beilen in de sneeuw en toen Assen, ook zorgzaam toegedekt met een dikke witte laag. Mijn maatje stond klaar en we reden naar Vries. Een verstild dorp, verstopt in de sneeuw. Op de bank met Maggie de kat naast me, achter een warm broodje en geurige soep, met de blik naar de besneeuwde bomen, dat is toch eindeloos genieten!! De volgende dag moesten we even in Groningen zijn. Gewoon over de provinciale wegen om zoveel mogelijk boerderijen te zien. Maar eerst nog even naar Zeijen. Dat prachtige dorp waar de gemeenschap zeer op elkaar betrokken is. De saamhorigheid daar  is ongekend. Een wandeling langs de meest schilderachtige plaatjes. Boerderijen met 'mutsen van sneeuw'. Vanaf de rieten daken hingen de ijspegels en even waande ik me terug naar mijn jeugd. Het waren de beelden die we toen zo gewoon vonden. Het was stil in het dorp, hier en daar kringelde rook uit een schoorsteen, een auto reed stapvoets voorbij, twee kinderen trokken een sleetje voort en iets verder stonden twee sneeuwpoppen naast elkaar. Een enkele beukenhaag gaf kleur aan de beelden in wit en zwart. Vredige beelden! Ik was ze vergeten, maar ik mocht ze opnieuw beleven. En nu vasthouden, zo nam ik me voor, vasthouden om ze in tijden van hitte tevoorschijn te halen...

 


 


   


 


 


 


 Zeijen in de sneeuw...

 

***********************************************************************************

De overkant 

 

Aan de overkant van deze straat,
aan de overkant van deze brede straat
daar is heeel wat méér te doen:
een terras is daar en een plantsoen.
 
't Licht voor voetgangers dat springt op groen,
het beschijnt een lopend mannetje in groen,
en dat sein geldt ook voor mij:
oude heer, het zebrapad is vrij.
 
Alle mensen lopen me voorbij,
links en rechts gaan hele rijen me voorbij.
Mij is de afstand veel te groot:
na vijf stappen is het licht op rood.
 
Als je doorloopt, ben je als de dood,
want uit tijdsbesparing rijden ze je dood.
't Is voor mij allang te laat
voor de overkant van deze straat.
 
Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk