Overbrugd

Overbrugd

vrijdag 14 februari 2025

Soms loopt een impulsieve koop toch goed af. Eind vorig jaar was ik te gast bij een vriendin. Ze woont in een alleraardigst stadje waar veel is te zien. We maakten een ommetje, deels om van te sfeer te genieten. deels om even lekker te stappen. Ze wist een leuke winkel met meerdere etalages vol  grappige kunst. Ze had gelijk en we lachten om een theepot die leek op een flamingo. En toen zag ik het beeld, vier figuren in overtrokken afmetingen. Kleine hoofden, dunne armen, uitgerekte lijven in kleurige kleding. Het moest een gezin voorstellen. De prijs viel mee, maar de winkel was helaas gesloten. Ik had geen idee waarvan het beeld was gemaakt. We wandelden verder. Het beeld schoof naar de achtergrond. Toen ik 's avonds thuis op de bank zat kwam het beeld weer in mijn gedachten en het bleef geruime tijd door mijn hoofd spelen. Zonder goed na te denken belde ik mijn vriendin en begon over het beeld. Ook zij had het gezien, ook zij vond het mooi. Voor ik het wist vroeg ik haar het beeld te kopen, het geld zou ik naar haar overmaken. Bij een volgend bezoek kon ik de lang gerekten dan meenemen. Ik kreeg haast, want er waren vast meer liefhebbers. Mijn vriendin stond de volgende dag als eerste in de winkel en kocht het beeld. Toen begon bij mij de twijfel. Waren de kleren van stof? Dan bleef het beeld niet mooi. Zat er veel geel in? Ik haat de kleur geel, want dan moet ik verplicht vrolijk zijn, zo redeneert men. En vrolijk zijn is voor mij niet te doen. Ik kan tot opgewektheid komen en dan houd het op. Ik stuurde een appje over mijn twijfel. Ze stuurde een foto, maar dat nam de bezorgdheid over de hoeveelheid geel niet weg. 'Het  kan zijn', zo begon ik voorzichtig voor de telefoon 'dat het beeld uiteindelijk toch weer terugkomt naar jou.' Er werd aan andere kant van de lijn gegiecheld. Eergisteren haalden we het beeld. Mijn vriendin had het in een badlaken gestopt en toen ik het op de achterbank van de auto legde, was het net of er verboden waar in zat. Thuisgekomen bekeek ik het kritisch. Het geel viel inderdaad mee en neigde meer naar okergeel. Maar waar moest het nu staan? Ik liep de kamer rond, zette het dan weer hier en dan weer daar. Moedeloos keek ik naar de hal en toen wist ik het. Het beeld kwam prachtig uit in een daar aanwezige nis. Dan moest wel Hendrikje, die er al jaren stond, weg. Ooit maakte ik haar samen met een iemand die kijk heeft op kunst. Hendrikje ging naar de kamer, ze leek blij want nu kon ze naar buiten kijken. En het beeld leek zich thuis te voelen in die nis. En ik noemde het 'de lange lijzen'...

 



 

************************************************************************************

De harmonie speelt Rosamunde 

 

Ik moest het in mijn jonge jaren
maar doen met een provinciestad
die heel wat stinkende fabrieken
en weinig moois te bieden had
Maar jullie zullen niet beseffen
hoe aardig het er wezen kon,
als middenin de zomeravond
een stemmige muziek begon:
 
De harmonie speelt Rosamunde
in de muziektent op het plein,
en alle mensen drommen samen,
blijmoedig in de maneschijn.
Als ik je nu een keertje zoende,
zou jij dan erg beledigd zijn?
De harmonie speelt Rosamunde,
en 't is gezellig op het plein.
 
Wanneer je toe was aan verkering,
liep je met jongens in een stoet
en vol van avondlijk verlangen
de rij van meisjes tegemoet.
En als je er eentje had gevonden
en haar je liefde had bekend,
dan stond je enigszins bedremmeld
zo arm in arm daar bij die tent.
 
De harmonie speelt Rosamunde
in de muziektent op het plein,
en alle mensen drommen samen,
blijmoedig in de maneschijn.
Als ik je nu een keertje zoende,
zou jij dan erg beledigd zijn?
De harmonie speelt Rosamunde,
en 't is gezellig op het plein.
 
Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk