Overbrugd

Overbrugd

maandag 10 maart 2025

Met ontroering las ik vanmorgen het overlijden van emeritus bisschop Bär van Rotterdam (1928 - 2025). Het bracht me terug naar 2002 toen ik hem mocht interviewen. Hij woonde toen al in het benedictijner klooster te Chevetogne, in de buurt van Namen. Een bijzonder klooster omdat daar geleefd wordt naar de Byzantijnse alswel de Latijnse ritus. Ik las het interview nog eens door en mij trof opnieuw de ontspannen sfeer. Ronald Philippe Bär werd geboren in Manado op Celebes, in het voormalige Nederlands-Indië. Hij groeide op in een Nederlands-hervormd en warm gezin. Tijdens de oorlog zat hij gescheiden van zijn ouders in een Japans gevangenenkamp voor jongens. Toen ik hem vroeg naar zijn jongste jeugdherinneringen vertelde hij met een glimlach hoe zijn vader hem droeg in het ondiepe water langs het strand en zacht heen en weer wiegde. Na de oorlog keerde de jonge Bär terug naar Nederland, studeerde theologie in Utrecht en maakte tijdens zijn studie de overstap naar rooms-katholieke kerk. Met zeker plezier vertelde hij dat veel mensen het zagen aankomen: de overstap van het protestantse naar het katholicisme. 'Er werden zelfs hele weddenschappen op mij afgesloten', vertelde hij met een twinkeling in de ogen. In 1954 trad hij in bij de benedictijnen te Chevetogne in de Belgische Ardennen. Zijn kloosternaam werd Philippe. In 1982 benoemd als hulp-bisschop van Rotterdam en een maand later bisschop van het bisdom Rotterdam. Hij was ruim in zijn opvattingen en droeg de oecumene een warm hart toe. Toen ik hem vroeg hoe hij keek naar de teruggang in de kerken, antwoordde hij: Als onze lieve Heer het met minder moet doen, moeten wij wat meer doen.' In 1993 keerde hij plots terug naar zijn oude plek in Chevetogne vanwege zijn  'gezondheid'. De geruchtenmachine draaide, soms kwam er een klein berichtje naar buiten dat het hem goed ging. Toen ik er voorzichtig over begon zei hij slechts dat het hier ging om mensen die vanuit het struikgewas gemene roddel over hem verspreidden. Regelmatig kwam ik in Chevetogne als gast en het was altijd weer fijn te ervaren hoe ongedwongen en hartelijk hij wist om te gaan met gasten. Omdat het een dubbelklooster is wordt er geleefd naar de Latijnse ritus als naar de Byzantijnse. Zo was daar de emeritus-bisschop die de Latijnse mis opdroeg in de morgen met de nodige pracht en praal, in de avond was hij gehuld in het zwarte monnikskleed en zong met enkele andere monniken de Byzantijnse gezangen. En zingen kon hij! Het koorgebed was voor hem de basis in zijn geloofsleven. Toen ik hem vroeg hoe hij naar de dood keek, ging hij daar heel open op in. Veel van zijn vrienden waren al aan de 'overzijde', hij miste ze en het maakte het gemakkelijker de dood te aanvaarden. Wat hij hoopte was dat hij zijn lieve jong gestorven moeder zou ontmoeten en dat zij haar slanke hand op zijn grijze hoofd zou leggen en zou zeggen: 'Jongen, je bent het toch...' 


Ronald Philippe Bär overleed 8 maart in het verzorgingshuis Park Zuiderhout op het terrein van het Missiehuis Sint-Franciscus Xaverius te Teteringen. 

 

 


 


foto's van boven naar beneden:

Benedictijner klooster in Chevetogne

Latijnse kerk aldaar

Byzantijnse kerk aldaar

Kapel met geschonken raam van mgr. Bär, waarop zijn wapenspreuk

 

***********************************************************************************

De overkant 

 

Aan de overkant van deze straat,
aan de overkant van deze brede straat,
daar is heel wat méér te doen:
een terras is daar, en een plantsoen.
 
't Licht voor voetgangers dat springt op groen,
het beschijnt een lopend mannetje in groen,
en dat sein geldt ook voor mij:
oude heer, het zebrapad is vrij.
 
Alle mensen lopen me voorbij,
links en rechts gaan hele rijen voorbij.
Mij is de afstand veel te groot:
na vijf stappen staat het licht op rood.
 
Als je doorloopt, ben je als de dood, 
want uit tijdsbesparing rijden ze je dood.
't Is Voor mij allang te laat
voor de overkant van deze straat.
 
Willem Wilmink
Uit: Verzameld werk