Overbrugd

Overbrugd

donderdag 25 september 2025

Soms zijn er onverwachte en aardige ontmoetingen. Misschien zie je de persoon nooit weer, maar blijft het gesprek bij. Zo verging het mij vanmorgen. Ik was op weg naar de brillenwinkel. De nieuwe bril, die ik afgekeken heb van Mirjam Bikker lijsttrekker van de CU, veroorzaakte een drukplek en leek scheef te staan. Dus lekker in de wind de brug over. Naar mijn gevoel wandelde ik en dat is goed want door het snelle lopen ben ik wel eens raar terecht gekomen. Bij het stoplicht aarzelde ik, het was rood en er is een klein moment dat het verantwoord is over te steken. Een meneer kwam aangesneld en riep: 'Kan het nu wel of kan het nu niet?' En voor ik het wist snelden we samen over de zebra en hield ik veiligheidshalve even een tip van zijn jas vast. Aan de overkant riep ik triomfantelijk: 'Gered!' Hij bleef staan en zei: 'U had de stap er stevig in, ik had moeite om de afstand tussen ons te bewaren!' Ik liet weten dat ik vanmorgen juist wandelde en voor mijn doen vrij langzaam liep. 'U loopt zeker veel', was zijn vraag waarop ik knikte. Hij was al 35 jaar weg uit het stadje en woonde nu in het dorp aan de overzijde. Straks moest hij naar een condoleance van een oud collega. Hij noemde de naam waarop ik zei de overledene goed te hebben gekend en afgelopen week zijn vrouw te hebben ontmoet op de begraafplaats. Hij had het bericht van overlijden gelezen, was onwetend van de oorzaak. Ik vertelde dat zijn collega de laatste vierenhalf jaar in het verpleeghuis alhier had doorgebracht. Hij was verbaasd en zei: 'Als ik dat had geweten had ik hem opgezocht, want ik kom daar regelmatig en het was een fijne collega.' We namen afscheid na nog wat losse opmerkingen riepen we: 'Als we elkaar hier ooit weer tegenkomen hollen we weer door het rode licht.

De juf uit de brillenwinkel zorgde dat de bril mooi recht stond. We kennen elkaar al jaren. Ik vervolgde mijn tocht naar het postkantoor dat ondergebracht is in een boekenzaak. Op de brief naar een jarig kind moesten inderdaad  twee postzegels. 'Herman, wil je de zegels wel keurig plakken, want de persoon in kwestie is netjes.' Herman ken ik zeker al dertig jaar. Lekker kneuterig, iedereen kent iedereen. Soms kan dat een eigenaardig veilig gevoel geven...

Terug naar huis ging natuurlijk de brug weer omhoog. Ze hebben in het stadje maar twee problemen: de kerk en de brug. Langzaam passeerde een schip, de schipper met een doel, ik huiswaarts met een ander doel. Mensen onderweg...