Overbrugd

Overbrugd

woensdag 3 december 2025

Het verhaal ontroerde me. Kobus woont alleen in een leuk huis. En in dat huis moet, zoals in alle huizen, regelmatig gepoetst worden. Maar daar heeft Kobus geen aardigheid in. Hij houdt van klussen en tuinieren. Daarom heeft hij een hulp. Marietje komt eens in de veertien dagen en bezemt er sopt er lustig op los. Nou ja, vrienden van Kobus vinden het maar zo zo, dat bezemen en soppen. Kobus daarentegen is tevreden want de talenten van Marietje zijn niet zo groot, wel heeft ze een gouden hart. En dat zie je niet zo vaak meer tegenwoordig. Marietje is begin twintig en wil dolgraag een partner. Maar het knapt steeds weer af op haar indrukwekkende lengte. Ook vraagt Marietje bij een date direct of de persoon in kwestie  kinderen wil. Dan weten de 'daters' niet hoe gauw ze moeten wegkomen. Maar nu was het dan toch raak. Ze vertelde het Kobus onder een kopje thee en glunderde. Met de lengte zat het gelukkig goed en de bereikbaarheid ook. Hij woonde een klein half uur rijden van Marietje verwijderd en werkte in de buitendienst van de gemeente. Kobus vond dat erg gezond, werken in de buitenlucht. Hij nam nog een slokje thee en vroeg of hij Marietje een goed advies mocht geven. Dat mocht. En voorzichtig zei Kobus: 'En vraag nu niet meteen of je date ook een gezin wil.' Het antwoord van Marietje was haast jubelend: 'Dat heb ik al gevraagd Kobus en hij heeft een dochtertje van drie uit een vorig huwelijk en wil best kinderen.' Ze klom na het kopje thee op haar brommertje, niet alleen, nee met vlinders in haar buik en vleugels in haar hart, dat laatste vanwege kerstmis...

Kijk, zo'n verhaal kan ontroeren. Zo blij, zo vol verwachting. Zou het deze keer lukken? Eigenlijk een kerstverhaal, niet over de geboorte, maar wel over twee mensen die samen proberen verder te gaan...
  

 

 En ja, een passend plaatje....

Het verhaal is echt, de namen niet... 

 

zondag 30 november 2025

We waren in Lekkerkerk. Gewoon een paar dagen. 'Wat zoeken jullie nu in Lekkerkerk?', vroegen onze kinderen en eigenlijk wisten we het zelf ook niet zo. Behalve een bezoek aan dierbare familieleden in Schoonhoven. Het weer zat niet mee, koud, miezerig en vooral donker. Alles leek ingepakt in somberheid met daarover een vleugje kerst. We maakten een wandeling door het plaatsje, mooie uithangborden en gevelstenen, Adam en Eva in het paradijs. Lekkerkerk telt krap 8000 inwoners en ligt in de Krimpenerwaard en ook nog eens aan de Lek. We keken uit over het woelige en grauwe water, de pont kwam net aan van de overzijde en mensen verlieten de pont. Het begon te miezeren, we doken de Grote- of Johanneskerk binnen. De kosteres was druk in de weer de vloer met een emmer sop te bewerken. We mochten even rondkijken en dat was de moeite waard. Ondertussen rustte de kosteres uit en maakten we een praatje met haar. De Grote- of Johanneskerk, behorend bij de PKN, had gelukkig nog een voorganger, maar in de naburige plaatsjes waren meerdere vacatures. Ze vertelde over de prachtige glas-in-lood ramen gemaakt door meesterglazenier Annemiek Punt (Hengelo 1959) Het eerste raam ging over het grote gifschandaal in Lekkerkerk. Het werd ontdekt in 1981 toen 300 woningen gebouwd bleken te zijn op verontreinigde grond. De kosteres vertelde er over en wees op het raam waar veel was afgebeeld. 'Maar', eindigde ze haar verhaal, 'het kwam toch allemaal goed en als je goed kijkt, dan zie je een engel die over alles heen zweeft.' Het andere raam vertelde over de Krimpenerwaard. Op het onderste gedeelte was de zalm te zien. 'Die moesten we vroeger veel eten', zei ze lachend. Hoog boven het orgel torende een engel. Ook daar had ze een verhaal over. Eens zocht ze voor kerstversiering een engel en dacht dat ze die in de kringloopwinkel Dorkas wel hadden. Maar de juf van de inname zei minzaam: 'Nee, engelen worden er bij ons niet ingenomen.' En na dit wonderlijke verhaal namen we hartelijk afscheid. Huiverend doken we de auto in en gingen op weg naar onze dierbare familie...

 

 


 


 


 






woensdag 26 november 2025

Hoera, ik had ze nog, de sneeuwfoto's die ik in de winter van 2017 maakte. Foto's van het landgoed  'De Braak' onder een dikke laag vers gevallen sneeuw. Het landgoed ligt aan de noordzijde van Paterswolde, is 29 hectare groot en bestaat uit parkbos, weilanden en gemengd bos. Het is daar heerlijk wandelen bij alle jaargetijden, maar met sneeuw is het sprookjesachtig. Al vanaf 1700 wordt De Braak genoemd. Luitenant ter Voet van Schelfhorst was de eigenaar. Hij was gehuwd met een Duitse dame die Von Braake heette. En daar komt vermoedelijk de naam 'De Braak' vandaan. Naderhand is het landgoed vele malen van eigenaar veranderd en nu is het in het bezit van Natuurmonumenten en vrij toegankelijk. En er valt veel te genieten. Zo is er een roekenkolonie van wel 400 paar en een blauwe reigerkolonie van 30 paar. De grond is arm zodoende bloeit de vrouwenmantel, de hemelsleutel en de gevlekte orchis overdadig. In het voorjaar kunnen wandelaars genieten van holwortel, sneeuwklokje, bosanemoon en sterhyacint.

Sneeuw heeft altijd wat magisch. Alle ongerechtigheid, alle storende factoren, zowel letterlijk als figuurlijk lijken dan zacht tot onzichtbaar te zijn geworden. Vooral als de grote vlokken vallen, rustig en beheerst alsof ze vooraf een eigen plek hebben gekozen. Ook de geluiden veranderen, het scherpe maakt plaats voor gedemptheid. Kinderen kijken verrukt naar die witte wereld en zodra de schooldeur wordt geopend, zwermen ze naar buiten, al joelend en over elkaar heen buitelend, de eerste sneeuwballen vliegen door de lucht. De volwassenen ondergaan de witheid wat rustiger maar de toon is er één van lichte opwinding. Natuurlijk wordt er alvast zorgelijk gedaan over 'gladde wegen' en 'modderbende'.

De sneeuwfoto's van landgoed 'De Braak' dacht ik gewist te hebben maar door de nieuwe laptop kwamen ze onverwacht in mijn Picasa bestand tevoorschijn. Al die tijd waren ze keurig bewaard op mijn externe harde schijf. En nu, acht jaar later, geniet ik opnieuw van die prachtige witte en ongerepte wereld... 

   


 


 


 


 


  

vrijdag 21 november 2025

Vanmorgen stond ik voor het schilderij, het schilderij dat ik ooit in de kringloopwinkel ontdekte. Het is een schilderij van J.M. Magrijn, een bekende Noord-Hollandse schilder. Hij schilderde vaak wintergezichten in die provincie. Dit doek dateert uit 1917. Ik keek er naar, draaide me om, maar werd toch weer naar het schilderij getrokken. Met de kringloop medewerker viel te praten en kwiek plakte hij er een briefje op met de woorden 'in optie'. Daarna belde ik een vriend, hij is een deskundige op het gebied van schilderijen. Hij beloofde te gaan kijken en vroeg meteen: 'Als het iets is, zal ik het schilderij dan kopen? In dat voorstel kon ik me vinden want 65,-- Euro is niet voor niks, maar toch ook weer een aantrekkelijke prijs voor dit wintertafereel. Eigenlijk was ik het al een beetje vergeten toen hij belde. Nieuwsgierig vroeg ik wat hij er van vond. Hij grinnikte en zei dat hij met het schilderij al voor de kassa stond. Diezelfde middag hebben we het opgehangen en toen haalde ik mijn jeugd naar binnen. Ik herkende de sloten, de walletjes, de scheefstaande boom en de fier rechtopstaande bomen, de boerderij in de verte. En de boer die bij zijn kar in het nog halfduister aan het werk was. Het mooiste vond ik de luchten, vooral dat grote haast oplichtende vlak in het midden. Het was alsof de hemel openging. Alles was overgoten met dat zachte morgenrood zo vol beloften voor de komende dag. De gloed leek tot rust te komen op de sloten. En ik zag mezelf als kind in de morgenmist op de sloten rond onze boerderij. Schaatsjes onder, te groot voor een kindervoet. Een keukenstoel als houvast, voorzichtig kleine krabbeltjes makend. Turend naar al die ingewikkelde patronen in de ijsvloer. Af en toe stond ik stil om te luisteren of ik mijn broer ook hoorde. Hij kon echt schaatsen en was met ferme slagen weggeschaatst. Misschien ontstond op die verlaten sloot wel mijn merkwaardige liefde voor mist, het ingepakt worden in de stilte als in een wollige witgrijze deken. Vage contouren die me als kind bang maakten, maar dichterbij in het landschap hoorden en vertrouwd waren. En kwam mijn broer dan aangeschaatst in zijn heldenrol, dan was ik toch opgelucht. Dat alles kwam boven bij het zien van het schilderij van Magrijn. Herkenning en een zoet heimwee naar toen. Naar die wereld van het kind waarin alles zo veilig leek...  

    


woensdag 19 november 2025

In mijn tuin staan meerdere vogelhuisjes. Ik ben dol op vogels! Volg eens een vogel vanachter het raam en je staat verbaasd hoe druk en bedrijvig ze zijn. Twee van de huisjes zijn riet gedekt, zo helemaal in het naburige landschap passend. Al een paar keer zag ik kraaien op de dakjes zitten en er lag veel riet rondom. De dakbedekkingen werden dunner, de hoeveelheid riet er onder werd hoger. Kortom, de kraaien pikten het riet weg. Het staande huisje had ik van mijn maatje gekregen en toen hij zag wat de kraaien voor elkaar hadden gekregen stelde hij voor naar een rietdekker te gaan. Eerst stribbelde ik wat tegen maar uiteindelijk werd het bovenstuk van het staande vogelhuis in de auto gestopt en het hangende vogelhuisje verdween ook in de auto en toen ging het naar het noorden. De rietdekker, die de woonboerderij van mijn maatje ooit van een nieuw dak had voorzien, was helaas verhuisd en woonde een paar dorpjes verder. Na wat zoeken vond hij het adres, vertelde wat er aan de hand was in de hoop dat de rietdekker de huisjes weer toonbaar zou maken. Mooi niet, maar mijn maatje kreeg wel een bos riet mee en mocht het zelf doen. Helemaal trots schroefde hij een week later het bovenstuk van het staande huisje er weer op en het andere huisje werd netjes aan de schutting gehangen. Ze zien er weer heel goed uit en bieden vogels een gastvrij onderkomen. Tot dusver nog geen kraai op de dakjes gezien. Mogelijk is het riet sterker en harder, niet zo plezierig voor kleine snavels. Zo leuk, twee houtduiven deden zich vanmiddag te goed aan het gestrooide vogelvoer. Om hen heen regende het pijpenstelen. Wedden dat ze dit nieuws gauw in de vogelwereld doorvertellen...

  


 

 

vrijdag 14 november 2025

In het boek stonden nog een paar bekende schoolplaten. Met de herinneringen van toen. Meester Groters, die de vorige natuurlessen gaf, was vertrokken. Hij was een echte onderwijzer. Zaten er leerlingen ondertussen gezellig even met de buurman of buurvrouw te kletsen, dan zeilde de bordborstel zo door het lokaal en het was knap hoe hij die borstel zo wist te sturen dat er nooit een leerling werd getroffen. Zo overkwam het ons ook een keer. Het meisje naast me moest de borstel terugbrengen. Zij voerde voortdurend het woord. Maar nu de plaat 'Bij de ruïne". In de lucht was de grootoorvleermuis te zien, op het muurtje rechtsonder zat de bruine rat. Verder waren er de pauwoogpijlstaart en de gierzwaluw op te zien. Maar het mooist vonden we de kerkuil. 'Bij één van de grote gaten in de ruïne zien we een kerkuilenpaar. Het wijfje zit bij het nest met de witten bijna ronde eieren. Het mannetje heeft net een flinke rat buitgemaakt. Grappige dieren die uilen, vooral de kerkuil met zijn hartvormige sluier. Als zij hu gelaatsveren bewegen, lijkt het net alsof ze allemaal gekke gezichten trekken.' Zo ver kwam de onderwijzer en weg was de aandacht van de klas. We draaiden ons allemaal om in leedvermaak en tuurden naar het meisje dat op de achterste bank zat en 'Uilen' als achternaam had. En helemaal prachtig was het dat we regelmatig 'De uil zat in de olmen, bij het vallen van de nacht' moesten zingen. Vaak ook in kanon. Meisje Uilen zong niet mee, maar keek met een meewarige blik en een tikje hoogmoedig naar ons. In die blik las ik een soort minachting. Achteraf bedenk ik dat ze beter uit volle borst mee had moeten zingen.

Dan is er nog een schoolplaat en ik denk dat die het meest geliefd was in onze klas. Mogelijk had dit te maken dat onze omgeving weinig bos telt. De bossen zagen we vooral op schoolreisjes. 'In het bos' is de naam en er is veel op te zien. Dieren die je bij ons niet zag zoals de eekhoorn, de boommarter, de groene specht en de Vlaamse gaai. 'Helemaal links staat de zware stam van een gewone groene beuk. Hij heeft zijn beste dagen gehad, want een deel van de bast is al afgestorven. We merken dat aan de vele transparant witte porseleinzwammen die uit de schors steken. In het midden van de plaat staat de gegroefde stam van een eik, met in het midden een spechtenhol.' Tot zover de uitleg van de onderwijzer.

Heb ik veel onthouden van die lessen? Ik vind van niet. Ook tijdens het middelbaar onderwijs had ik niet zoveel belangstelling. Het waren ontspannen lessen waarin we vooral lol maakten. Nu spijt me dat want de natuur is heel boeiend. En zie ik vreemde planten, ik kijk op de telefoon en ben verrast hoe mooi alles in elkaar steekt. Ook naar vogels kan ik uren turen. Elke dag hippen ze heen en weer om hum kostje bij elkaar te scharrelen. Blijmoedig en fluitend. We kunnen veel van ze leren... 

  


 


Foto's van boven naar beneden: 'Bij de ruïne' en 'In het bos'.

donderdag 13 november 2025

Eigenlijk was ik op zoek naar een ander boek toen ik onverwacht op een boek stuitte over oude schoolplaten. Feest der herkenning! Zielsgelukkig nestelde ik me op de bank met een kop koffie en sloot de wereld buiten. Op de achterflap van het boek stond: 'Schoolplaten in ons land met illustraties van M.A. Koekkoek. Dit boek laat een prachtige verzameling schoolplaten zien, geïllustreerd door M.A. Koekkoek. Een begrip voor wie onderwijs kreeg in de 'kennis der natuur'. Maar vooral een genot om naar te kijken. De begeleidende teksten zijn ontleend aan de originele teksten van de onderwijzers van toen.'

Op de voorzijde stond een prachtige plaat van het Naardermeer en op de eerste bladzijde werd verteld wat er zoal te zien was aan dieren en hoe inhammen in de waren ontstaan. Helaas ontbrak deze plaat op onze school. Maar van 'In de weide' herinnerde ik me alles nog goed. Het had vooral te maken dat de plaat me deed denken aan onze boerderij waar ook rondom veel sloten waren. De wilgen, de loopplank en vooral de vogels. Nagenoeg allemaal vogels die rond onze boerderij te zien waren. De ooievaar, de boerenzwaluw, de kievit, de koekoek op het hek rechts en de witte kwikstaart links onder vanaf een paar balken. Vanaf het walletje sprong de bruine kikvors in de sloot en helemaal rechts onder probeerde een mol wat te drinken uit die zelfde sloot. Schapen ontbraken niet. Kraaien en een eend met jongen. De tekenaar had alles getekend waarover boeiend viel te vertellen.

Dan zag ik nog een bekende plaat en dat was 'Aan de rivier'. Ook die herkende ik maar ik had er veel minder mee. Die visotter en de zalm in zijn bek, daar werd ik destijds akelig van. Er waren vogels op te zien die ik niet kende. Het koolwitje in de berm en de haas onder het hek maakten het weer een beetje goed. En natuurlijk de gele kwikstaart op de zandoever. Wat wel weer leuk was dat de onderwijzer vertelde over de planten langs de oever zoals distel, haagwinde, rode, klaver, berenklauw en kattenstaart. Ik las de begeleidende tekst en ik waande me weer op de lagere school bij de lessen over de natuur. Oh heerlijke tijden van weleer...

 


 


 


 Van boven naar beneden: 'In de weide', 'Aan de rivier' en 'Het Naardermeer'...